Er zijn lieflijk glooiende groene Alpen maar ook venijnig scherpe grijze Dolomieten, Trentino biedt alles wat een liefhebber van bergen wenst. Dankzij enkele skiliften die ook zomers open zijn, kan iedereen naar het dak van Italië.
Dat het er groen is, ziet iedereen. Maar dat er 60 miljoen(!) bomen staan, is toch nog een verrassende mededeling. Wat zal ik een schone lucht inademen de komende dagen in Val di Fiemme, een van de valleien in Trentino, Italië. Het is een regio met een wat verwarrende naam. Trentino ligt in Süd-Tirol. Dat klinkt Duits, Oostenrijks of Zwitsers maar Zuid-Tirol ligt toch echt in het noorden van Italië.
De Stradivarius violen
De claim to fame van Val di Fiemme is Picea Abies. Dit is een fijnspar. En dat gaat het vooral om de bomen die uiterst traag op de noordhellingen groeien. Juist dát hout is uitermate geschikt voor het maken van bijvoorbeeld piano’s, gitaren en violen. De beroemde 17de eeuwse vioolbouwer Antonio Stradivarius kwam hier al hout halen voor zijn violen.
Hout met een pittig prijskaartje
Parkranger Giulio, pet, overhemd met versiering, bergschoenen en een serieuze pet met daaronder een lachend gezicht met blauwgrijze ogen, geeft uitleg over het muzikale hout en laat zien waar het opgeslagen ligt. De bomen groeien tussen 1500 en 2000 meter hoogte en de winters duren hier lang. Daardoor groeien de sparren langzaam en zijn ze compact. Dat maakt dat ze goed geluid resoneren. Muziekinstrumentmakers hebben goed geld over voor zo’n uniek plankje. Normaal hout uit de regio kost zo’n 500 euro per kubieke meter, dit hout brengt ongeveer 35.000 euro op.
Wandelen in Paneveggio
Niet ver van de opslagplaats ligt het Paneveggio visitor center. Daar krijg je uitleg over de planten, bomen en dieren in de regio. Dan is het tijd om het park zelf te gaan ontdekken. Een mooie wandeling loopt via een hangbrug over een waterval. Dat is goed voor een indrukwekkend geluid, dat water dat in etappes naar beneden komt denderen. Een andere optie is om vlak achter het centrum de trap naar beneden te nemen. Het pad leidt naar een hertenpark en een weide waar ezels staan.
Verken Val di Fiemme
Val di Fiemme is 34 kilometer lang en de mensen die er wonen zijn verdeeld over 11 dorpen. Cavalese is de grootste en het is een pláátje. Er zijn pastelkleurige huizen, smalle straten die licht stijgen of dalen en hier en daar spot ik een muurschildering. Geen moderne graffiti maar werken die terug gaan tot de middeleeuwen. Net als enkele andere plaatsjes in de vallei is ook het centrum van Cavalese autovrij in de zomer.
Adem kunst: RespirArt
Maar, hoe mooi ook, in deze omgeving wil ik toch liever de natuur in. Bijvoorbeeld naar RespirArt, wat zoiets als Adem Kunst betekent. Dit hoogste kunstpark ter wereld ligt tussen 2000 en 2200 meter hoogte op de hellingen van een skigebied. Skiliften maken de wereld over het algemeen niet mooier. Vandaar dat kunstenaar Marco Nones iets terug wilde doen. Hij begon heel bescheiden met enkele landschapskunstwerken. Dat groeide uit tot een parcours van drie kilometer. Het pad leidt langs ongeveer 20 werken van Nones en andere kunstenaars van over de hele wereld. Het gebied is met de Agnello skilift vanuit Pampeago te bereiken, ook zomers. Dan zijn er ook geregeld concerten in het bergtheater.
De UNESCO-bergen van Trentino
Dan verruil ik de groene, glooiende bergen van Val di Fiemme voor de stoere, grijze Dolomieten in Val Venegia. Onderweg passer ik de Port Buso dam. Dit is een machtig bouwwerk waar water opgeslagen wordt. En dan zie ik ze, de lichtgrijze Dolomieten. Eerder noemde iemand ze al het goud van Trentino. UNESCO zette ze op de World Heritage List. Dat is veelbelovend.
Koeienbellen als achtergrondmuziek
Parkeren kan bij Pian dei Casoni aan de weg naar Passo Valles. Vandaar wandel ik via een sprookjesachtig bos en via een tweede parkeerplaats dieper de Val Venegia in. De vallei ligt in het noorden van Natural Park Paneveggio-Pale di San Martino.
Het geluid van koeienbellen is overweldigend. En dat geldt ook voor het uitzicht. Op de voorgrond sappig groen gras en een klaterend beekje, op de achtergrond de pieken van de Dolomieten. Het is als een natuurlijk amfitheater met iedere dag een andere voorstelling, afhankelijk van het weer en het jaargetijde maar ook afhankelijk van de aanwezige mensen en dieren.
Trentino, de ‘botanische berg’
Een meanderend pad leidt langzaam naar een iets hoger gelegen berghut. De berglucht is fris en aangenaam tegelijk: koel dankzij de hoogte van 1824 meter zoals op de gevel van Malga Venegiota di Tonadico te lezen staat en aangenaam dankzij een doorbrekend zonnetje. Ik bestel een Sambuco nero, de huisgemaakte limonade van vlierbesbloesem. Heerlijk fris. Wat een plek. Van hier kun je nog verder lopen rondom de voet van de indrukwekkende Pale di San Martino.
Onderweg bewonder je onder meer de pieken Mulaz, Focobon, Bureloni, Cima della Vezzana en Cimon della Pala, de meeste hoger dan 3000 meter. De tocht kost ongeveer vierenhalf uur. En als die tijd loop je in een soort natuurlijke botanische tuin met meer dan 500 plantensoorten. De vele bergbloemen vormen een kleurig tapijt. Het rondje eindigt bij een andere hut, de Malga Venegia. Wat een perfecte locatie voor een lunch met lokale specialiteiten. Polenta, tosèla kaas en porcini (paddenstoelen). Heerlijk en voedzaam. Fijn na enkele uren wandelen.
Inspannend of ontspannend: Rosetta
Over hoogtepunten gesproken. Het is letterlijk het hoogste punt dat ik bereik deze reis. Maar ook wat beleving betreft kan voor mij niets tippen aan Rosetta. Zoals vaak in Trentino is er de keuze tussen inspannend en ontspannend. Moeilijk betekent van San Martino di Castrozza wandelen de berg op. De makkelijke optie betekent de lift nemen naar Colverde en vandaar de tweede lift naar Rosetta. Een derde optie is vanaf Colverde omhoog lopen, voor wie kiest voor een beetje zelf doen en een beetje gemak.
Waanzinnig mooi, dat Pale plateau
Afijn, in alle gevallen kom je op 2700 meter op het Altopiano delle Pale ofwel het Pale plateau. Het lijkt een andere wereld. Grijze rotsen en puntige pieken zover je kunt kijken. Maar er zijn ook fragiele bloemetjes die stoer stand houden tussen de stenen die weinig meegeven. Dit zijn de Dolomieten op z’n mooist. Bij de lift zijn even veel wandelaars. Als eendjes lopen we achter elkaar richting Rifugio Rosetta waarna de wandelaars uitwaaieren over de bergpaden. Deze schuilplaats voor bergwandelaars en –beklimmers trotseert hier al sinds 1889 de elementen. Alhoewel de hut tijdens beide wereldoorlogen vrijwel compleet verwoest werd, is werd er toch steeds op dezelfde plek een nieuw onderkomen gebouwd. Voor 25 euro overnacht je er op een slaapzaal, voor 53 euro krijg je er een ontbijt en een diner bij.
Buona notte!