Italië is om vele redenen een van mijn favoriete vakantielanden. Eten is zeker een heel belangrijke. Italiaans eten staat daarom geregeld op tafel thuis. Hier tips voor (culinaire) hotspots in Puglia, Italië. De rest van het jaar eet ik geregeld Italiaans thuis. Je favoriete Italiaanse producten koop ik bij een Vico Food Box webwinkel.
De pasta van Bari
Een stap in Arco Basso in Bari Vecchia en je waant je in Una giornata particolare met Sophia Loren als huisvrouw. De zon verwarmt het smalle straatje waar was aan de gevels te drogen hangt. In het oude Bari, kabbelt het leven voort als decennia geleden. De pastamaaksters zijn hier dagelijks op straat te vinden, gewoon aan een tafeltje voor hun huis, gezellig babbelend met buren en passanten. Vrouwen ratelen rap Italiaans terwijl hun handen mogelijk nog sneller verse pasta maken. Het deeg wordt gekneed, uitgerold en afgesneden waarna de vingers de gewenste vorm creëren. De orecchietti, in de vorm van een oor, is de specialiteit van de regio. Dan wordt het stukje deeg te drogen gelegd op een soort hor van gaas.

In het oude Bari maken vrouwen verse pasta

De orecchietti, in de vorm van een oor, is de specialiteit van de regio
Driekleur in natura
Bari is de hoofdstad van de Puglia, een ietwat vergeten regio in de hak van Italië. Het landschap van Puglia is als de Italiaanse vlag: groene olijfbomen, witte kalkstenen dorpen en rode aarde. Die olijfbomen, zo’n 50 miljoen is de schatting, daar kun je inderdaad niet omheen. Overal staan ze, met grillige stammen en ruisende zilvergroene bladeren. De oudste zijn beschermd en genummerd met een lik witte verf om verkoop aan rijke villa-eigenaren in Toscane te voorkomen. De smaakvolle, verse olie is overal te koop. Eventueel na een proeverij, alsof je bij de wijnboer op bezoek bent. Wat trouwens ook geen gek idee is. Na een paar dagen zitten er al een paar flessen rode wijn in de koffer. Ik had nog nooit van de Primitivo-wijn gehoord maar die blijkt toch lekker! Behoorlijk zwaar en vol van smaak.

Het landschap van Puglia is als de Italiaanse vlag
Volare, cantare
Een rit door Puglia is een aaneenschakeling van lieflijke dorpjes en stadjes, vaak op een berg gebouwd zoals Locorotondo, of op een klif als Polignano a Mare. Tijdens het verkennen van laatstgenoemde klinkt plotseling een bekend nummer, Volare oh, oh, cantare oh, oh, oh, oh… De stad blijkt de geboorteplaats van zanger Domenico Modugno en daar maken straatartiesten natuurlijk dankbaar gebruik van. Als je op een van de balkons boven de kliffen staat, begrijp je waarom hij droomde van vliegen. Alhoewel zwemmen ook een aantrekkelijk optie is, met het glasheldere water in de diepte. Tussen de kliffen blijkt zelfs een stadsstrandje te liggen. Zwemkleding mee dus.

Polignano a Mare met een intiem strandje aan de baai

Polignano a Mare blijkt de geboorteplaats van zanger Domenico Modugno
Marktdag in Martina Franca
Het is woensdag en dat betekent marktdag in Martina Franca. Voor liefhebbers van eten een hoogtepuntje van de reis. Bij verschillende kramen zijn paddenstoelen te koop, net zelf verzameld, zegt een groepje mannen dat zit uit te puffen naast hun kraampje. De aarde zit er nog aan. Ook lekker, de roodgele cactusvijgen. Perfect op smaak, dus onweerstaanbaar. Er liggen ook groenten die je in Nederland zelden ziet, de chichorei bijvoorbeeld of cime di rape, een groente die vaak in pastagerechten verwerkt wordt. Wat een rijkdom.

De markt in Martina Franca

Vers fruit en verse groenten in Martina Franca

De aarde zit nog aan de paddenstoelen
Gesuikerde amandelen
De markt is net buiten de oude stad. In dat oude deel alweer een wirwar van straatjes en enkele bijzondere winkeltjes. Confetti di Sulmona fleurt het hele Piazza Plebiscito op. De winkel staat vol met prachtige creaties van kunstig ingepakte gesuikerde amandelen die bossen bloemen, lieveheersbeestjes, vlinders en meer vormen. Een populair cadeautje bij de geboorte en de eerste communie van kinderen en trouwerijen, aldus eigenaresse Antonella Belforte. Maar ook smaakvol zonder feestelijke aanleiding.

Confetti di Sulmona fleurt het hele Piazza Plebiscito op
Sprookjesstad Alberobello
Martina Franca ligt in de Valle d’Itria, net als mijn volgende bestemming Alberobello, een sprookjesstad. Onderweg er naartoe zag ik al verschillende trulli in de velden staan. Ronde kalkstenen huisjes met kleine raampjes en een kegelvormig stenen dak, gebouwd zonder cement. Volgens de overlevering was de bouwstijl van de trullo heel handig toen er belasting op woningen betaald moest worden. Dankzij de ingenieuze bouw van het dak kon de eigenaar als er een controleur kwam door het verwijderen van een steen het dak naar buiten laten instorten. Zijn trullo was dan onbewoonbaar en er hoefde geen belasting betaald te worden. In Alberobello laat architect Guiseppe Maffei in zijn winkeltje in de Via Duca D’Aosta met een maquette zien hoe dat werkte.

Sprookjesstad Alberobello
Fantastische antipasti
Er zijn in de stad twee wijken met straten vol trulli. De Rione Monti-wijk, met zelfs een trullo-kerk, is prachtig maar je moet wel een beetje langs de souvenirwinkeltjes kijken. Dat hoeft niet bij het door toeristen minder ontdekte Rione Aja Piccola. En dan zijn er nog trulli verspreid over de stad, zoals de trullo Sovrano met twee verdiepingen en Il Trullo d’Oro, een restaurant. Ik vind er een knus plekje in een nisje en geniet er van een complete maaltijd van antipasti. Die antipasti zijn in Puglia echt fantastisch. De hele tafel staat in no-time vol met creatieve, culinaire gerechtjes. Al snel bestel ik overal waar ik kom de antipasti-selectie en laat de primi en secondi voor wat ze zijn.

Genieten in restaurant Il Trullo d’Oro in Alberobello
De tarantella van het zuiden
Nu ik al zo zuidelijk in Italië ben, wil ik ook all the way. Op naar Salento dus, het uiterste zuiden van de hak. De Salentini zijn beroemd vanwege hun muziek. Een overblijfsel uit de tijd dat er nog veel tabaksplantages waren. Soms werden mensen die op de plantages werkten, gebeten door een tarantula spin. De gifstof moest uit het lichaam en dat deed men door urenlang te dansen op opzwepende tarantella-muziek. De gebeten persoon raakte in een trance en zweette zo het gif uit het lichaam.
Lieflijk Lecce
De rit naar het zuiden gaat natuurlijk via Lecce, het Florence van het zuiden vanwege de vele 17de eeuwse, barokke gebouwen in de goudgele steen van de regio. Een statige en elegante stad (hier geen wasgoed aan de gevels) met een hoge toegangspoorten, de muur tussen de poorten ontbreekt helaas. In de via Vittorio Emanuele loop ik binnen bij een van de papier maché-ateliers van de stad. Lecce is als sinds de 17de eeuw beroemd vanwege deze cartapesta, ofwel het marmer van de armen. Claudio Riso en zijn twee broers leerden het vak van meester Antonio Marecuor, inmiddels in de negentig en met pensioen. Maar Claudio heeft ook al 34 jaar ervaring in de vingers. In zijn atelier laat hij zien hoe hij het papier aanbrengt op het figuurtje van metaaldraad en stro. Mooi hoe een eenvoudig stuk papier getransformeerd wordt tot een sierlijke mantel.

Lieflijk Lecce met overal prachtige, oude details

Cartapesta: Claudio heeft ook al 34 jaar ervaring in de vingers

Lecce: cartapesta ofwel het marmer voor de armen
Wandelen door de kloof
Op weg naar het eind van de wereld op het zuidelijkste puntje van de hak passeer ik de kloof van Ciolo. Lekker even de benen strekken tijdens een wandeling van goed een uur over een gemarkeerd pad. En dan door naar Leuca waar monumentale villa’s het straatbeeld bepalen. Plus hoog boven de stad de vuurtoren, 47 meter hoog, met daarnaast een basiliek. Een trap van 284 treden leidt weer naar de haven beneden. Gelukkig heb ik geen haast (wie wel in Puglia vraag ik me na enkele dagen af) dus ik zoek een tafeltje op het terras van caffè de Finnibus Terrae bestel een crèma di mandorla, een soort ijskoffie gemaakt met amandelmelk. Lekker verfrissend.

crèma di mandorla, ijskoffie gemaakt met amandelmelk

De vuurtoren van Leuca
Prosecco op het kerkplein
Voor ik terugga naar Villa Cenci, mijn hotel voor de nacht, stop ik in Ostuni. Alweer een prachtig stadje op een berg. Op de top staat een kathedraal met daarbij een café met terras. Een aangename plek voor een prosecco, inmiddels mijn vaste aperitief in Puglia. Met een schaaltje olijven natuurlijk. Alhoewel de Italianen hier zelf de voorkeur geven aan taralli, een hartig deegkoekje.

Ostuni, een van de witte bergdorpjes
De beste Osteria
Het is in het doolhof van steegjes even zoeken naar de Osteria del tempo perso waar ik wil eten. Kies als je voor het restaurant staat de rechterdeur, had gids Marie me eerder aangeraden. Dan kom je in een gezellige, uit de rotsen gehakte ruimte. Ik heb niet gereserveerd, maar gelukkig is er nog een tafeltje vrij. Het voordeel van reizen buiten het hoogseizoen. Nog eenmaal bestel ik de antipasti.

Dineren in Ostuni
Slapen in hotel Villa Cenci
Aangekomen bij Villa Cenci wil ik alleen maar slapen. Een goede nacht later word ik gewekt door tsjilpende vogels. Het gras is nat van de dauw als ik richting zwembad loop. Royaal van formaat, lekker voor een ochtendduik. En dan het ontbijt. Vers fruit, huisgemaakte taarten en cakes en natuurlijk Italiaanse koffie. Heerlijk, de rust die je zo kenmerkend is voor Puglia.

De kamers van hotel Villa Cenci

Het gras is nat van de dauw als ik richting zwembad van villa Cenci loop
Vico bezorgt Italië thuis
Mooie herinneringen aan Italië zijn voor mij vaak gelinkt aan die eerste espresso in een chaotisch cafeetje, de geur die ik opsnuif slenterend langs een bakkerij of de mensen genietend van een smaakvolle lentelunch op een terras. Helaas kan het niet iedere dag vakantie zijn. Maar Italiaans eten wanneer je wilt kan gelukkig wel. Onlangs ontdekte ik Vico Food Box, een webwinkel waar je heerlijke producten kunt bestellen om ook in Nederland in Italiaanse sferen te komen. Woon je in Noord-Holland, Zuid-Holland of de provincie Utrecht dan kun je zelfs verse producten bestellen. Die worden dan op donderdag of vrijdag bezorgd.

Vico food box vol Italiaanse producten

De komende tijd staat er vaak Italiaans eten op tafel dankzij de vico food box
Van de cavolo nero maakte ik gezonde chips. De groente komt superkrokant uit de airfryer. De rucola gebruikte ik onder meer om een pesto te maken. Pasta heeft weinig méér nodig om een smaakbommetje te worden. Mede dankzij de biologische olijfolie die ik ook besteld had. Die olijfolie is onweerstaanbaar. Een stuk vers brood gedoopt in wat olie plus een snufje zeezout vormt de volgende dag mijn lunch. Ook bestellen? Met de code Bewust5 krijg je 5 euro korting op je eerste bestelling van minimaal 40 euro!

Cavolo nero wordt snel gezond groentechips

Pasta met rucola-pesto
Koffie plus…
Een goede sterke espresso vind je in Puglia op iedere straathoek. Maar er zijn ook veel koffies-met-iets-extra.
- In Polignano a Mare drinken ze caffè speciale ofwel koffie met amaretto, slagroom en citroenzest.
- Alsof een espresso of ristretto al niet stevig genoeg is. In Alberobello bij Il Trulletto serveert Cosmo Palmisano een gepeperd bakkie met espresso en slagroom afgetopt met een scheutje peperoncino (scherpe pepersaus).
- in Lecce schenken ze caffè indiaghiacio con latte di mandorla, een glas met ijsblokjes, amandelmelk en koffie bij Bar Avio, Viale XXV Luglio.
- In Martina Franca bij het Gran Caffè kies je een espressino, een soort mini cappucino. Trek in iets zoets? Neem er een boconoto bij, een cakeje met ricotta en peer.

In Puglia is een goede en bijzondere koffie overal verkrijgbaar
Amsterdam-Noord heeft ondanks de vele, dure nieuwbouw nog altijd een rafelrandje. Hier kun je nog terecht voor dat ongepolijste van oude industriële panden, kleurige street art en hotspots waar weinig toeristen komen. Deze wandelroute langs duurzaam Amsterdam is iets meer dan 9 km lang.

Wandelen in Amsterdam-Noord, een mix van gloednieuw en oude rafelrandjes
Amsterdam CS, daar begint mijn wandeling. Ik zou direct een veerpont naar Noord kunnen nemen, maar besluit eerst een stukje langs het water aan de centrumzijde te lopen. En dus sla ik linksaf de De Ruijterkade op zodra ik de stationshal uit loop (aan de noordzijde, niet de centrumzijde). Ook hier gaan nieuw en ongepolijst nog samen. De De Ruijterkade gaat over in de Westerdoksdijk en ik passeer het Westerdok met het Gerechtshof, een hotel en chique horeca en kantoren. Maar even later ligt pal aan het water restaurant Meneer Nieges met een van de beste aan-het-water-terrassen van het centrum.

Het Westerdok is de afgelopen jaren enorm veranderd.
Bohemien bij Het Stenen Hoofd
Enkele tientallen meters verder vormt het Stenen Hoofd een van de rafelrandjes van Amsterdam centrum. Hier luier je zomers in hangmat met een alcoholvrij drankje bij pop-up restaurant Paaseiland, al vanaf ’s morgens acht uur open voor een (vegan) ontbijt. Zomers klinken zo nu en dan festivaltonen en hondeneigenaren laten er hun honden zwemmen bij het ministrandje. Misschien staat de The Weeping Elephant er nog. Dit is een kunstwerk van een Afrikaanse olifant die langs verschillende steden reist. Zo sta je weer even stil bij de schoonheid en de kwetsbaarheid van de natuur. Het kunstwerk is gemaakt door Jantien Mook.

Het Stenen Hoofd met een kunstwerk van Jantien Mook
Naar Amsterdam-Noord vanaf Pontsteiger
Een bocht naar links en ik sta in de Van Diemenstraat. Niet de meest gezellige straat van de stad, maar hier ligt wel Pakhuis Het Veem, met Veem House waar interessante voorstellingen te zien zijn. Dan wandel je de brug over en met een bocht naar rechts loop je richting Pontsteiger. Op de brug bij de Westerkeersluis staat trouwens een mooi brugwachterskantoor waar in de toekomst een hotelkamer gemaakt wordt. Het kantoor is ontworpen door Gerrit de Vries van Lux Architecten.

Wat een plek om wakker te worden tijdens een stedentrip Amsterdam

Pontsteiger, een van de iconische nieuwbouwcomplexen in Amsterdam

Wachten op de veerpont bij pontsteiger.

Neem bij Pontsteiger de pont naar Amsterdam-Noord
Wandelroute: street art bij NDSM
Aan het eind van Pontsteiger, net voor het opvallende gebouw met dezelfde naam aan het eind van de pier vertrekken de pontjes naar de overzijde, kies die naar het NDSM terrein. Loop langs BBrood (fantastisch speltbrood verkopen ze daar) en sla linksaf de MS van Riemsdijkweg in tot aan het NDSM-plein. Links zie je een enorme afbeelding van Anne Frank, met de entree naar het nieuwe street art museum STRAAT. Loop je naar rechts dan kom je op een groot, open plein met containers vol graffiti. Toe aan koffie? Op de hoek van het plein zit IJver. Terwijl je hier op het terras een espressootje (of iets anders) drinkt, kun je genieten van de street art. Binnen zitten kan ook. IJver is trouwens een aanrader voor bierliefhebbers, dat wordt hier zelfs in verschillende gerechten verwerkt. De digitale biersommelier geeft tips voor wie moeilijk een keuze uit het bieraanbod kan maken.

Anne Frank op de gevel van street art museum STRAAT

Op het NDSM-plein blijf je kijken naar de kunstwerken op muren en containers

IJver: terras met uitzicht op het NDSM-plein
Noorderlicht: feestje voor vegans
We gaan verder. Net voor de Theo Fransmanbrug ligt aan de rechterkant Noorderlicht, alweer zo’n heerlijke plek aan het water. Een hang-out noemen ze het zelf. Dit is een plek waar veel kan maar niets moet. De menukaart is een feestje voor vegetariërs en veganisten. Altijd een plus. Geregeld zijn er optredens van muzikanten. ’s Winters is Noorderlicht een goede plek maar zomers is deze locatie echt onweerstaanbaar. Kijk even achterom, daar staat naar een grote kraan. Het kost een paar centen maar dan kun je op grote hoogte een nachtje logeren in het Faralda Crane Hotel. Je hebt keuze uit drie suites. Het uitzicht moet fantastisch zijn.

We lopen verder richting Noorderlicht

Slapen op hoog niveau in het Faralda Crane Hotel
Duurzame woonwijk Schoonschip
Via de Papaverweg (leuk die containers met de letters W A T E R) loop ik verder tot de Ridderspoorweg. Ga daar naar rechts tot een het water. Links zie je woonboten liggen in het kanaal. Dit is de duurzame, drijvende woonwijk Schoonschip. De bewoners mochten zelf hun woonboot (laten) ontwerpen. Maar de eis was wel dat ze rekening hielden met het milieu. Goed te zien dat milieubewust ook mooi kan zijn.

Leuk, die containers met WATER erop.

Duurzame, drijvende woonwijk Schoonschip
Amsterdam-Noord: vintageparadijs en appeltaart
De wandelroute gaat terug naar de Papaverweg. En daar naar links. Dus in de richting van NDSM-werf, waar je vandaan kwam. Zodra je weer op de Papaverweg loopt, zie je vrijwel gelijk aan je rechterhand een paradijs voor vintageliefhebbers. Grote hallen vol tweedehands spullen staan te wachten op een nieuwe eigenaar. Over duurzaam gesproken. En ook hier vind je weer een leuke plek om iets te eten en/of te drinken: lunchcafé Waargenoegen. Voor een lunch dus of bijvoorbeeld een heerlijk stuk huisgemaakte appeltaart. Eigenaresse Thaïs is er beroemd om. Binnen is het piepklein, maar bij mooi weer kun je buiten zitten. Of koop wat lekkers in de bijbehorende Buurtsuper om thuis te eten.
Uitgegeten? Loop terug naar de veerpont bij bakkerij BBrood en neem de pont naar Centraal Station Amsterdam.

Sla je vintage slag bij dit fijne adresje in Amsterdam-Noord

Koffie met appeltaart bij Waargenoegen
Met de trein en een IJveer is de leukste manier om naar Noord te gaan. Maar kom je met de elektrische auto, dan zijn er in het NDSM-gebied genoeg oplaadpunten met groene energie beschikbaar. Parkeren kost 1,60 euro per uur, dat is een stuk voordeliger dan in het centrum.

Elektrisch auto opladen bij een laadpunt met groene energie
MEER AMSTERDAM
In Amstedam-Noord ging ik ook op wildpluk-expeditie. We zochten zelf eetbare planten en maakten daar heerlijke gerechten mee.

Op wildpluk-expeditie in Amsterdam
Een van de onbekendere parken van Amsterdam is Park Frankendael. Wat een plaatje. En je vindt er ook enkele horeca-hotspots.

In de tuin van Huize Frankendael ligt een prachtg terras
Ooit stonden er in de drooggemaakte Watergraafsmeer zo’n 40 buitenplaatsen. Eén ervan is nog over: Frankendael. Het ligt in het gelijknamige park. Een mooie plek voor een paar uur genieten van groen in Amsterdam.

Eén van de entrees van Park Frankendael
Op zonnige dagen trekken Amsterdammers en toeristen massaal naar parken. Zeker net zo mooi als het Vondelpark maar velen malen rustiger is park Frankendael in Watergraafsmeer. Het ligt op een minuut of tien wandelen van station Amstel. Als ik vanaf de Kamerlingh Onneslaan het park inloop, sta ik gelijk tussen de volkstuintjes van Klein Dantzig. Dit is met stip het mooiste volkstuinencomplex dat ik ooit gezien heb. Aan beide kanten van een slootje lonkt een zee, nee, een oceaan aan bloemen. De kleine paadjes zijn vanwege corona even niet toegankelijk. Maar in andere jaren kun je het complex nog beter verkennen.

De fleurige volkstuinen van volkstuinencomplex Klein Dantzig
Schooltuin Vink
Iets verderop liggen de schooltuinen. Klassen kinderen staan gebogen over bloemen en krijgen uitleg over alles wat groeit op zo’n tuin. Ze hebben ook allemaal een eigen stukje grond, versierd met soms heel creatieve naambordjes. Amsterdam blijkt 13 schooltuinen te hebben, verspreid over de stad. Deze Schooltuin Vink bestaat al sinds 1922. Leuk, dat had ik vroeger ook wel gewild op mijn school. Als de hekken openstaan, mag je zo naar binnen lopen.
Een overvliegende ooievaar vraagt aandacht. Hij/zij vliegt naar een toren midden op een kinderspeelplaats. De vogels hebben twee jongen, zo vertelt een voorbijgangster. Al snel zie ik een donzig koppie boven het nest uitsteken. Schattig. Op dit open veld wordt eens per maand de Pure Markt gehouden, maar nu even niet vanwege corona. Hopelijk kan het snel weer, lijkt me ontzettend gezellig.

Schooltuin Vink bestaat al bijna 100 jaar lang.

Schoolkinderen leren in Amsterdam van alles over tuinieren in de schooltuin

Bij de speelplaats broed een stel ooievaars
Restaurant De Kas
Ik loop verder. Naast het verharde fiets-/wandelpad zijn er verschillende onverharde paden dwars door de begroeiing heen. Het ruikt hier echt naar natuur. Heerlijk. Ook wie nog nooit in het park geweest is, heeft misschien wel eens gehoord van restaurant De Kas. De kassen werden in 1927 gebouwd om andere parken in de stad te voorzien van bomen, grassen en exotische gewassen als bananen en palmen. Maar sinds begin van deze eeuw worden in herbouwde kassen prachtige gerechten bereid met ingrediënten die ’s morgens nog in de moes- en kruidentuinen is en rond de kassen stonden. Wat hier niet groeit, komt uit de eigen tuin in de Beemster waar een slordige 200 soorten groenten en fruit gekweekt worden. Daarmee worden mooie, duurzame menu’s samengesteld.

Restaurant de Kas in Park Frankendael

De nieuwe kassen staan op de plek van de oude. Ook de schoorsteen werd hersteld.
Kunstwerk: slag om Watergraafsmeer
Opeens doemen bootjes gemaakt van wilgenhout op. Het blijkt een kunstwerk van Jan van Schaik dat hij samen met schoolkinderen gemaakt heeft. De schepen verbeelden de slag om Watergraafsmeer die tijdens de 80-jarige Oorlog plaatsvond. Watergraafsmeer was toen nog water en maakte deel uit van de Zuiderzee. De Watergeuzen vochten hier tegen de Spanjaarden. En wonnen.

De Slag om Watergraafsmeer, een kunstwerk van Jan van Schaik
Huize Frankendael
Het 18de eeuwse Huize Frankendael is het laatste overgebleven buitenhuis van Amsterdam. Hier nodigde de gefortuneerde eigenaar familie en vrienden uit om te genieten van de natuur. Want ja, toen lag dit prachtige optrekje met bijbehorend park buiten de stad. Nu raast aan een kant het verkeer voorbij, maar in de tuin achter het huis merk je daar niets van.

Huize Frankendael is de enige overgebleven buitenplaats van Amsterdam
Restaurant Merkelbach
In de stijltuin van Frankendael staan op zonnige dagen terrastafeltjes van restaurant Merkelbach. De kleine maar fijne menukaart biedt heerlijke lunchgerechten en borrelhappen. ’s Avonds is er een menu van de chef, ook een vegetarische. Alles wat hier geserveerd wordt, is geïnspireerd op de slow food-beweging. Op koelere dagen kun je terecht in het koetshuis. De grote tuin is een pré in deze corona-tijd: er passen voldoende tafeltjes op gepaste afstand. De aspergesoep blijkt een schot in de roos. Hier kan een lunch zomaar overgaan in een middaglang loungen tussen de bloemen.

In de tuin van Huize Frankendael ligt een prachtg terras

Aspergesoep eten in de tuin van restaurant Merkelbach
Omgeving Amstelstation
Loop je het Amstelstation aan de andere zijde uit, dan kom je via een bedrijventerrein met o.m. de kantoren van Philips bij de Amstel. Aan de overkant van het water zie je het bijzondere gebouw van Waternet. Daarvoor ligt een grasveld aan het water waar het op warme dagen heerlijk toeven is.

Relaxen op het grasveld voor het kantoor van Waternet
Bij het station staan ook vaak deelscooters waarmee je snel op je bestmming komt.

Met een elektrische deelscooter reis je groen door Amsterdam
MEER AMSTERDAM
Nog zo’n relatief rustig park in Amsterdam vind je in het noorden van de stad. Extra leuk is dat je daar zo nu en dan mee kunt op wildpluk-wandelingen.

Madeliefjes zijn ook eetbaar
Varen, ook zo heerlijk, en als je een tochtje maakt met Plastic Whale maak je ook de grachten nog plastic-vrij.

De sloepen van Plastic Whale
Net iets buiten Amsterdam is het heerlijk kanoën tussen de polders. Fijn, zo’n wetlands-safari in Nederland.

Kanoën door het pittoreske dorpje Watergang
De rivier de Vecht meandert door Utrecht en Noord-Holland en is slechts 42 kilometer lang. Maar langs de oevers liggen verschillende schattige dorpen en vele chique landgoederen. Op het stuk tussen Nieuwersluis en Oud-Zuilen vaart de Fietsboot. De fiets mag dus mee, maar ook passagiers zonder zijn welkom.

Op het stuk tussen Nieuwersluis en Oud-Zuilen vaart de Fietsboot

Maarssen wordt wel klein Amsterdam genoemd vanwege de grachten en grachtenpanden
De Fietsboot vertrekt ’s morgens om 11.00 uur uit Nieuwersluis. De laatste koffiestop aan de wal is het terras van BRKLN Café (in Nieuwersluis). En dan via het bruggetje en langs de voormalige Willem III kazerne, nu vrouwengevangenis, naar de boot. Normaal is er plaats voor 60 passagiers, in Corona-tijd slechts voor 15. De boot is open, dus zonnebrand mee, en een regenjas voor je weet maar nooit. Aan boord is trouwens ook koffie en thee te koop, leer ik al snel.

De Fietsboot vertrekt vanuit Nieuwersluis
Buitenplaatsen aan de Vecht
De Vecht was in de 17de en 18de eeuw populair bij mensen die aan de stadse drukte (en viezigheid) wilden ontsnappen, zoals Amsterdamse zijdehandelaren. Ze lieten waanzinnige buitenplaatsen en kasteeltjes bouwen. De man des huizes ging doordeweeks met een trekschuit naar Amsterdam om te werken, de rest van het gezin genoot zomers van het buitenleven. Ongeveer 50 van de 200 buitenplaatsen zijn er nog. Mensen die langs de Vecht wonen hebben de plicht hun huizen goed te onderhouden, vertelt een van de vrijwilligers aan boord. Iedereen houdt zich eraan, op een eigenaar na. En dat pand ziet er dan ook niet uit, met afbladderende raamkozijnen. Zonde.

We passeren prachtige buitenplaatsen en kastelen zoals Rupelmonde
Breukelen wordt Brooklyn
We passeren prachtige huizen en kastelen als Rupelmonde en Sterreschans voor we bij Breukelen arriveren. Ik had er nooit bij stilgestaan maar Breukelen blijkt de naamgever van de New Yorkse wijk Brooklyn. De wijk werd zo genoemd door immigranten die zich in de 17de eeuw in Amerika vestigden.
In Breukelen staat ook het middeleeuwse kasteel Nijenrode. Inmiddels de thuisbasis van Nyenrode Business University, de enige privé-universiteit van Nederland. In de tien jaar voor het begin van WOII woonde hier de bekende kunsthandelaar Jacques Goudstikker. Hij overleed tijdens zijn vlucht naar Engeland in 1940. Daarna werd het pand onder druk aan Duitsers verkocht. Na de oorlog werd het de thuisbasis van de universiteit. Vanaf het water is een van de twee ophaalbruggen goed te zien. Wat een locatie voor een campus.

Kasteel Nijenrode werd in 1946 universiteit

Een van de toegangspoorten tot universiteit Nyenrode
Theekoepels en peperdure thee
Iets verderop ligt kasteel Oudaen, een van de weinige gebouwen die het rampjaar 1673 overleefde. De Fransen vernietigden in dat jaar alle kastelen en vele buitenplaatsen langs de Vecht. Gelukkig werden veel ervan weer opgebouwd. Inclusief een theekoepel aan het water. Ook toen was zien en gezien worden een dingetje. Vooral als je thee dronk, moest je gespot worden, want dat was in de 17de eeuw een peperduur drankje.
Bij gebrek aan een eigen theekoepel kun je nu relaxen bij restaurant Buitenplaats Slangevegt met een top-terras aan het water. Tot 1913 woonde hier Kees Dudok de Wit. Zijn bijnaam was Kees de Tippelaar omdat hij de hele wereld over wandelde.

In de theekoepels dronk de adel peperdure thee

Buitenplaats Slangevegt met een top-terras aan het water
Dakpannen als beschoeiing
Vrijwilligers aan boord vertellen volop over wat er nu nog te zien is en over de historie van de regio. Ooit stonden er verschillende steenfabrieken langs de Vecht die onder meer bakstenen en dakpannen maken. Mislukte dakpannen werden gebruikt als beschoeiing. Als je het eenmaal weet, zie je op steeds meer plekken dakpanbeschoeiingen net boven het water uitsteken.

Vrijwilligers vertellen wat er onderweg te zien is.
Maarssen en Huis ten Bosch
Naarmate het later wordt, wordt het ook drukker op het water. Niet met grote schepen, op een enkele toeristische boot na, maar vooral kleine jachtjes en kano’s. Plus veel SUP-planken. SUPPEN is het nieuwe kanoën. Zelden zoveel mensen op een plank zien staan. We varen Maarssen binnen, ofwel klein Amsterdam. Een heel bescheiden Amsterdam dan maar het dorp ziet er wel ontzettend gezellig uit met verschillende terrasjes aan het water en prachtige grachtenpandjes. In de bocht ligt Huis ten Bosch, de oudste buitenplaats aan de Vecht. Dit plaatje is gebouwd door architect Jacob van Kampen. Jawel, de man die later het Paleis op de Dam bouwde.

In de bocht bij Maarssen ligt Huis ten Bosch

SUPPEN is erg populair op de Vecht
Trouwen in Oud-Zuilen
Oud maakt heel even plaats voor nieuw bij Op Buuren waar sinds 2008 een nieuwe wijk gebouwd wordt, maar wel in de stijl van oude huizen. Dan komt Oud-Zuilen in zicht. Oud-Zuilen is het keerpunt van de Fietsboot en ook een van de meest idyllische aanlegplaatsen. We leggen vlakbij het oude Hervormde kerkje aan. In dat kerkje trouwden mijn voorouders Cornelis Coninck en Gijsbertjen Gerrits als eerste echtpaar. Later gevolgd door onder andere de schrijfster Belle van Zuylen, een feministe avant la lettre.

In dit kerkje trouwden mijn voorouders Cornelis Coninck en Gijsbertjen Gerrits
Slot Zuylen en Belle
Belle woonde in Slot Zuylen. En dat ligt op enkele minuten loopafstand van de aanlegplaats. Zeker een bezoek waard. Met een app volg je binnen een rondleiding en kom je van alles te weten over Belle en andere bewoners van het slot. Rond het slot ligt een prachtige tuin met een oude slangenmuur. Een golvende muur die speciaal zo gebouwd werd om subtropische vruchtenbomen beter te laten groeien. Je kunt bij het kasteel ook een picknickmand bestellen voor een lunch in de openlucht op een mooi plekje in de tuin. Heb je zelf iets te eten meegenomen? Tegenover het kerkje, aan de overkant van het water, is een parkje waar het heerlijk relaxen is met zicht op de Vecht.

De tuinen van Slot Zuylen in Oud-Zuilen

Doorkijkje van werkkamer naar bibliotheek in Slot Zuylen

Een van de kamers in Slot Zuylen, Oud-Zuilen

Een portret van Belle van Zuilen

Picknicken langs de Vecht met uitzicht op Oud-Zuilen
Meer informatie: De Fietsboot
De Fietsboot vaart over de Vecht. De beginhalte ligt in Nieuwersluis waar de boot om 11.00 uur vertrekt richting Oud-Zuilen. Vandaar gaat de Fietsboot terug naar Nieuwersluis waar de tocht ’s middags om 16.15 uur eindigt. Er zijn in totaal vijf haltes en je kunt bij iedere halte in- of uitstappen. De fiets kan natuurlijk mee. Tijdens de vaart kun je zelfs je e-bike gratis opladen aan boord. Meer over de zones en prijzen vind je op de website van de Fietsboot.

De Fietsboot vaart over de Vecht tussen Nieuwersluis en Oud-Zuilen
Regenjas van Regatta
Tijdens een zomers dagje uit is een lichte regenjas altijd handig. De zon kan zomaar achter enkele donderwolken verdwijnen. Dan is een water- en winddichte jas wel zo comfy. Dit roze kleurtje valt goed op, handig als je op autowegen fietst of wandelt. Nog een voordeel van deze Highton jas van Regatta is dat hij lekker licht is. Dus als de zon blijft schijnen, vouw je hem klein op en stop je hem makkelijk in je tas.
De sluis waarop ik hier sta is trouwens onderdeel van de Hollandse Waterlinie. Voor doorgewinterde wandelaars: er is een wandelpad van 350 kilometer langs forten en sluizen die allemaal tot de Waterlinie behoren. Het Waterliniepad loopt van Volendam tot Dordrecht.

De Highton regenjas van Regatta
Overnachten langs de Vecht
-
Logement aan de Vecht – Breukelen
Logeren in stijl doe je bij deze B&B in de stijl van de grote buitenplaatsen die je zoveel vindt langs de Vecht. Hier slaap je in de sfeer van voorbije eeuwen, in klassiek (met soms een hippe twist) ingerichte kamers en suites. Logement aan de Vecht ligt natuurlijk aan het water waar je in alle rust kunt genieten van voorbijvarende boten, bijvoorbeeld tijdens een chique high tea. Na het ontbijt fiets je een stuk langs de Vecht of stap je op de Fietsboot om je B&B ook vanaf het water te bewonderen. Speciaal voor gasten van Logement aan de Vecht meert de Fietsboot bij de B&B aan.
-
Logement Swaenenvecht, Oud-Zuilen
Wat een plaatje, deze B&B bij de brug aan de Vecht in Oud-Zuilen. Oude tijden herleven in dit mooie pand met de zonnewijzer en de afbeelding van twee vechtende zwanen op de gevel. Vanuit de B&B loop je in enkele minuten naar Slot Zuylen.

B&B Logement Swaenenvecht in Oud-Zuilen
Hip slapen kan ook in een monumentale kerk omgebouwd tot hotel. De kamer van BUNK Utrecht zijn bescheiden van formaat maar je hebt wel alle faciliteiten privé. En de prijs is al net zo klein. Ook fijn. BUNK ligt op vijf minuten lopen van Utrecht CS. Fietsend ben je in minder dan 20 minuten bij de opstaplaats van de Fietsboot in Oud-Zuilen. Neem de toeristische route langs de Vecht.
Mijn rondreis door het Italiaanse Molise gaat vanaf kustplaats Termoli het binnenland in. Stranden maken plaats voor wijngaarden, (besneeuwde) bergtoppen en knusse bergdorpen. In dit bijna verlaten deel van Italië zijn leegstaande huizen en zelfs een molen omgebouwd tot bijzondere hotels.

Castel del Giudice met hotel Borgotufi op een van de bergtoppen in Molise
Zodra ik het strand van Termoli en de Adriatische Zee de rug toekeer, verschijnen er wijngaarden in het glooiende landschap. Dan plotseling een groot meer, Riserva Naturale Regionale Lago di Serranella, met de besneeuwde pico de Majella in de achtergrond. En weer iets verder ben ik omringd door de bergen van Parco Nazionale della Majella, een van de natuurparken van Molise. Zandkleurige dorpjes zijn tegen de berghellingen geplakt en her en der staan enkele huisjes op de toppen van spitse bergen. Veel verkeer is er niet. Evenmin als grotere dorpen. Je moet hier tijdig tanken, bedenk ik me.

Het glooiende landschap van Molise, Italië
Hotel Borgotufi in Castel del Giudice
Mijn doel van de dag is hotel Borgotufi in Castel del Giudice. Het bijzondere van dit hotel is dat het een albergo diffuso is, waarbij de kamers verspreid door het dorp liggen. Molise is een van die Italiaanse regio’s die te maken heeft met leegloop. Vele huizen en andere gebouwen blijven onbewoond achter. Die vormen de basis voor hotel Borgotufi in Castel di Giudice. Veel van de huidige hotelkamers waren vroeger stallen. Ze liggen verspreid door het bergdorpje. De gemeente, inwoners en een investeerder zijn samen eigenaar van het hotel. En dus is de betrokkenheid groot. De liefde voor hun regio zie je terug in de sfeervolle kamers. En niet onbelangrijk, dankzij de renovaties zijn alle hotelhuisjes aardbeving-proof.

Een nieuwe dag in hotel Borgotufi in Castel del Giudice
Ochtendwandeling in Castel di Giudice
Het was donker toen ik arriveerde en genoot van een heerlijk diner met veel producten uit de regio. Dus sta ik ’s morgens bijtijds op om rond zonsopgang het dorp rond te lopen. Hogerop zie ik een kerktoren, dat is mijn doel deze wandeling. En dat blijkt nog best een opgave met kronkelige straatjes die vaak niet de kant opbuigen die ik verwacht/hoop en steegjes die enkel doodlopen. Vaak wel met een waanzinnig uitzicht op de omliggende bergen. De rust en stilte zijn verslavend. Je zou niet zeggen dat er in dit dorp ook nog 300 mensen wonen. Als de zon boven de bergen rijst en door de wolken piept, is het droomplaatje compleet.

De straatjes rondom hotel Borgotufi in Castel del Giudice

Een religieus beeldje is nooit ver weg in het katholieke Italië
Biologisch ontbijtje
De ambities eindigen niet bij de realisering van het hotel. Er wordt nog volop gerenoveerd. Meer kamers komen er maar ook een bar en enkele winkeltjes waar lokale producten te koop zullen zijn. Enkele daarvan proef ik bij het ontbijt. De appelsap van biologische appels uit eigen appelboomgaarden is heerlijk dik en smaakvol. Dat geldt ook voor de gewone appels die op het ontbijtbuffet liggen. Ze hebben inmiddels 13 soorten appels in de boomgaarden. En er zijn nog volop testvelden met andere lokale soorten. En die appels zullen ze nodig hebben want er zijn vergevorderde plannen om appels te gebruiken voor een micro-bierbrouwerij.

In de boomgaarden rond BorgoTufi Castel del Guidice groeien vele soorten appels
Activiteiten in Molise
Wanneer je Molise ook bezoekt, er zijn altijd activiteiten om uit te kiezen. ’s Zomers kun je er wandelen in natuurparken, raften en mountainbiken. Wie zin heeft kan tijdens een workshop typisch Italiaanse gerechten leren koken. ’s Winters kun je 30 minuten rijden verderop in het Abruzzo National park (de Abruzzen) wintersporten. Skiën, langlaufen, winterwandelen, het is allemaal mogelijk. Moleasy, een samenwerkingsverband van vijf hotels in de regio, organiseert op verzoek een op maat gemaakte reis met een door jou gekozen thema waarbij je logeert in een of enkele van de hotels.

’s Zomers wandelen in de bergen, ’s winters kun je wintersporten.
Altilia, Romeinse ruïnes
Dwars door Molise lopen 11 transumanza, de ‘groene gras-wegen’ die herders namen (en soms nog steeds gebruiken) om hun koeien en schapen van de hooglanden in Abruzzo naar de lager gelegen delen van Puglia te brengen, en vice versa. Langs de route ligt Altilia, een archeologische vindplaats in Molise. Romeinen en Samnieten voerden in deze regio pittige gevechten. Uiteindelijk wonnen de Romeinen en de overblijfselen van één van hun steden is in Altilia te zien. Ik arriveer vroeg, het hek gaat net open. In alle rust geniet ik van de oude toegangspoorten, het theater, de plek waar de markt was en meer. De ochtendmist maakt de plek extra sfeervol. Latere bewoners hebben her en der op de ruïnes een huis gebouwd. Mooi wel dat die niet weggehaald zijn. Het is leuk te zien hoe mensen eeuwen later gebruik maakten van wat hun voorgangers hebben neergezet.

Een mysterieuze mist maakt Altilia nog specialer

Zodra de hekken opengaan, lopen we Altilia in

Altilia, Romeinse ruïnes

Altilia, een van de Romeinse vindplaatsen in Molise
Albergo diffuso: La Piana dei Mulini
Niet ver van Altilia ligt alweer een albergo diffuso: La Piana dei Mulini. Het is een voormalige watermolen langs de Biferno rivier. Ook deze molen ligt langs de transumanza paden. Ooit werd er wol geverfd van de geschoren schapen die passeerden. Wat hier nog steeds volop te vinden is, is de witte truffel. Michele di Rienzo laat samen met zijn truffelhond Stella zien hoe dat zoeken in z’n werk gaat. Na een opleiding van zes maanden is Stella een volleerde truffelzoeker. In enkele minuten wijst ze een plek aan. Het is een klein truffeltje maar zelfs die zou al zo’n 36 euro opbrengen. Doe mij ook zo’n hond. Stella krijgt een snackje als beloning, wij eten ’s avonds heerlijke pasta met truffel. Michele vertelt dat maar liefst 60% van de witte truffel die wereldwijd gevonden wordt uit Molise komt. Zo’n 6000 truffel hunters verdienen er een leuk zakcentje mee.

60% van de witte truffel wordt gevonden in Molise
Biologische boerderij
Mijn enorme kamer in de molen is minimalistisch ingericht. Iets té misschien basic, zo’n omgeving verdient een knusser interieur. Het restaurant is gelukkig een stuk gezelliger. En het eten uit de regio verrukkelijk. Natuurlijk inclusief truffel, die in royale hoeveelheden gebruikt wordt. Ik raak in gesprek met Nicola en Michele, twee jonge mensen met een idealistische droom. Na hun studie kwamen zij terug naar Molise waar ze nu hun eigen boerenbedrijf ALBA runnen. Ze maken schapen- en geitenkaas, verbouwen biologisch graan en biologische bonen. Het fruit voor hun jams plukken ze in het wild. En ze maken fantastische olijfolie. Alles op de boerderij wordt gebruikt en eventueel hergebruikt. Het resultaat is dat ze geen energie gebruiken maar opwekken.

Nicola laat de kazen zien die zij en Michele maken
Kabbelende rivieren en een Romeinse brug
Na een lange, gezellige avond word ik de volgende ochtend toch weer vroeg wakker. Ik hoor het water van de molen klateren en wil nog wat van de omgeving zien. Als je naar de rivier loopt en dan rechtsaf gaat, kom je bij de ruïnes van een Romeinse brug, vertelde iemand van het personeel de vorige avond. Door de mist wandel ik die kant op. Ook nu weer houdt een hond me gezelschap. Alsof ie de weg wil wijzen. Zodra de brug in zicht is, verdwijnt hij in de mist.

Een Romeinse brug bij albergo diffuso La Piana dei Mulini
Nog eenmaal authentiek Molise
Het is een veel misbruikte uitdrukking, maar Molise is echt authentiek. Er zijn wijngaarden, olijfbomen, herders die al trekkend met hun kuddes groene, onverharde wegen vormen, bergen, kastelen en Middeleeuwse stadjes. En natuurlijk fantastische wijnen en volop biologische groente en fruit.
Dat de 21ste eeuw soms ver weg lijkt, merk ik zeker in het dorp Roccapipirozza. In 1320 werd hier een kasteel met een toren gebouwd. Daaromheen kwamen steeds meer huizen, stallen, kerken en andere gebouwen. In de jaren ’60 van de vorige eeuw was Roccapipirozza een levendig dorp met zo’n 1000 inwoners. Nu wonen er nog maar 70 mensen en begint het verval z’n sporen na te laten. Maar niet voor lang meer. De eigenaar van mijn laatste hotel heeft wilde plannen met het dorp. Daarvoor moet ik later terug.

Het dorp Roccapipirozza Alta in Molise, Italië

Er wonen nog maar enkele tientallen mensen in Roccapipirozza

Een detail van een huis in Roccapipirozza, Molise
Le Sette Querce, de 7 eiken
Maar niet ver van het dorp is nu al een prachtige plek: Le Sette Querce, ofwel: de zeven eiken. Rocco Peluso en zijn broer Vincenzo groeiden op in Sesto Campano, een dorp op 750 meter boven zeespiegel. Ze gingen studeren en zagen dat hun geboortedorp langzaamaan leegliep. Achttien jaar geleden ontstond het idee de vervallen huisjes te renoveren en om te toveren in hotelkamers. Het dorpje ligt fantastisch middenin de natuur met glooiende heuvels. Als je ergens kunt onthaasten en je hoofd kunt leegmaken is het hier. Opnieuw maak ik ik ’s morgens vroeg een wandeling. Ditmaal vergezeld door de 13 ezels die hier heerlijk vrij rondlopen in de bergen. ’s Avonds komen ze altijd terug omdat ze dan extra gevoerd worden.

De omgeving van Roccapipirozza en Sesto Campano

Ezels hebben heerlijk de ruimte bij hotel Le Sette Querce

De ezels komen je ’s morgens zelfs begroeten bij je huisje

Genieten van de natuur en de rust bij Le Sette Querce

De grond bij Le Sette Querce is blijkbaar erg vruchtbaar, deze pompoen is echt enorm

De bejaarde moeder van Rocco werkt nog iedere dag mee op de boerderij
Pizza en wijn, wat wil je nog meer?
Na enkele dagen weet ik dat de inwoners van Molise trotse mensen zijn. Trots op hun regio, de natuur, de dorpen en hun eten en drinken. Verschillende fantastische wijnen stonden er al op tafel. Ik ben verslaafd aan de rode Tintilia wijnen, die enkel in Molise gemaakt worden. De beste wijn uit Molise zou die van wijnhuis di Majo Norante zijn, vlakbij de kust. Deze wordt verkocht bij Harrod’s en staat op de kaart bij alle goede enoteca’s in Europese grote steden. Maar nu is het tijd om olijfolie te proeven, gevolgd door een lesje pizza maken. Na het pizza-diner wordt gevraagd of we naar buiten willen komen. En groot kampvuur brandt, en voor iedereen zijn er vers gepofte kastanjes. Het eten, de natuur, de dorpjes en de gastvrijheid, ik ga het missen als ik weer thuis ben.

Pizza bij Le Sette Querce in Molise

En na het eten gepofte kastanjes bij een kampvuur

Eigenaar Rocco in het museum-huisjes dat nog helemaal authentiek ingericht is

Kaas van de boerderij, gemaakt door de moeder van Rocco
Hasselt is één van de leukste verrassingen van België. Niet teveel toeristen, wel de Belgische gezelligheid. Wandelend door de stad ontdek je (culinaire) hotspots, musea, groene oases en meer. Thema’s genoeg voor een stedentrip-weekendje weg.

Stedentrip Hasselt, de hotspots
1. Smullen met de smaakroute
Zeg je België, dan denk je aan het Bourgondische leven. Hasselt is daar geen uitzondering op. Sterker nog, de stad doet er alles aan de lokale lekkernijen extra onder de aandacht te brengen. Bijvoorbeeld tijdens een culinaire wandeltocht door de stad. Koop bij de Toerisme Hasselt (Maastrichterstraat 59) voor 9 euro een routeboekje (Smaakroute All-In) met daarin bonnen voor het proeven van lokale specialiteiten. Je krijgt onder meer chocolade, jenever, koffie en speculaas voorgeschoteld. Geniet ondertussen van de fijne gevels en mooie pleinen die je onderweg ziet.

Tijdens de smaakwandeling proef je natuurlijk lokale jenever

Dat moet je even proeven, speculaas van dePaifve in Hasselt
2. Loop de Madammen-route
Vrouwen speelden een belangrijke rol in de historie van Hasselt. Tijdens deze wandeling ontdek je alle ins en outs. Zo is het Modemuseum Hasselt een aanrader. Vanwege de tentoonstellingen, maar ook vanwege het gebouw dat vroeger het Grauwzusterklooster was. What’s in a name? Ook in het Begijnhof met een heerlijke groene oase is tegenwoordig een museum/galerie. In Kunstcentrum Z33 bewonder je hedendaagse kunst.

Rustmomentje: een begijnhof in Hasselt.
Jeneverstokerij in kloosterhoeve
Het Jenevermuseum is ondergebracht in een oude stokerij. En die stokerij was dan weer gevestigd in de hoeve van het Witte Nonnenklooster. Leuk trouwens om meer te leren over deze drank die in Nederland ook veel geproduceerd werd. En om te proeven. Gosh, wat is er veel variatie in soorten jenever. Weer wat geleerd. Ook de Grote Markt was een plek waar sterke vrouwen de scepter zwaaiden. Veel weduwen werden waardin en runden een herberg of café.
De brochure met de Madammen-route is voor 3,50 euro te koop bij Toerisme Hasselt (Maastrichterstraat 59).

Veel weduwen hadden vroeger een café in Hasselt
3. Wandelen: Architectuur in Hasselt
Heel soms moest ik even slikken tijdens mijn architectuur-verkenning van Hasselt. Sommige gebouwen zijn nogal uniek. En dat kan fantastisch zijn, maar soms is het ook heel erg wennen. Wat niet wegneemt dat ik blij ben dat zulke gebouwen ook een plek krijgen in de stad. Ik merk zo nu en dan trouwens dat ik een stijl die ik 20 jaar geleden spuuglelijk vond, nu opeens kan waarderen. Dus wie weet ben ik bij een volgend bezoek aan Hasselt heel blij om bijvoorbeeld het Gerechtsgebouw van architectengroep TWINS te zien.

Opvallende architectuur: het Gerechtsgebouw van Hasselt

In het centrum van Hasselt staan nog veel klassieke gebouwen, zoals het Stadhuis
Architectuur-stromingen in Hasselt
Duidelijk wordt wel dat Hasselt een stad is die steeds vernieuwt, van de knusse gebouwen op de markt tot de nieuwe woon- en werkwijken. Zoals bij de Slachthuiskaai, waar een nieuw leefgebied verrezen is. Wat een lekkere locatie, zo aan het water. Daar vlakbij, aan de overkant van het water, zie je op een muur een prachtig street art werk van ROA (een Belgische graffiti artiest uit Gent) van een enorme uil op een muur. De architectuurroute kost 2 euro en is te koop bij Toerisme Hasselt.

Een werk van graffiti artiest ROA
4. Ontdek: Street art in Hasselt
Welke wandeling je ook kiest (of als je gewoon lekker aan het slenteren/winkelen bent), je ziet geregeld kunstwerken op de buitenmuren. Meer dan 100 (internationale) kunstenaars hebben hun, vaak keurrijke, sporen achtergelaten. Wie meer wil weten over de street art in Hasselt kan een app downloaden (Street Art Cities) met alle informatie over de kunstenaars. Of haal bij de VVV en kaart met daarop een fietsroute én een wandelroute langs de mooiste werken. Af fietsend zie je gelijk een stuk meer van de stad. Zin om nog wat verder te fietsen? Rijd door naar Domein Kiewit, een rustig, groen park aan de stadsrand. Daar zoek je een plekje op het terras van Koe-vert, een restaurant gerund door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Een goeie lunchlocatie!

Een van mijn favoriete street art werken (van akajimmyc) in Hasselt

Zonnetje erbij? Dan kies je voor het terras van restaurant Koe-vert

Gezond lunchen bij restaurant Koe-vert
5, 6, 7. Drie keer shoppen in Hasselt
Wat winkels betreft heeft het compacte Hasselt een heerlijk royaal aanbod van hotspots en klassiekers. Het maakt dus niet uit of je hart sneller gaat kloppen van exclusief en superdeluxe, verrukkelijk vintage of juist van totaly trendy. Bij het Toerisme Hasselt zijn drie plattegronden te halen waarop alle adressen in jouw favoriete stijl staan aangegeven.

Vintage vondsten bij tweedehands winkel Assepoes

Vintage vondsten bij tweedehands winkel Assepoes
Mijn favoriete winkels
- Seventy One (Minderbroederstraat 7), een retrowinkel met kleding en meer in de stijl van toen.
- Woonwinkel Oui, (Aldestraat 50) met prachtig design voor in huis, veel in ingetogen Scandinavische stijl. Een winkel vol verleidingen dus.
- De Fietsbar (Minderbroedersstraat 54) is dé koffieplek voor fietsfanaten. Terwijl jij je cafeïnegehalte weer op peil brengt, kan hier je fiets gerepareerd worden. Ook slenteraars zijn overigens welkom voor drankje of lunch.
- Tweedehandskledingwinkel Assepoes (Bampslaan 37) voor de mooiste retrovondsten. En als je tweedehands koopt, treft je niet alleen unieke stukken aan, je bent ook ook lekker milieuvriendelijk bezig.
- Coffee bar Mucho Gusto (Zuivelmarkt 44) is dé plek voor een oppeppend rustmomentje. Echt goede koffie die ook goed is voor de koffieboeren.
- So Sweet (Dorpsstraat 32) voor hippe kleding in een heel eigen stijl met een lekker vette knipoog naar jaren 50 en 60.
- De Sky Lounge (Torenplein 8) op de 19de verdieping van het Radisson Blu hotel is een mooie afsluiter van een dag shoppen en wandelen. Uitkijkend over Hasselt gaat de dag over in de avond.

Mooie interieurspullen bij woonwinkel Oui

Koffietijd bij Mucho Gusto

Vanaf de 19de verdieping is dit het uitzicht vanuit de Sky Lounge

So Sweet verkoopt hippe kleding met een vintage uitstraling

De Fietsbar, fietsreparatie-atelier en koffie-/lunchadres
8. Leuk en duurzaam: Veranderstad Hasselt
Een duurzame stedentrip wordt voor steeds meer mensen belangrijk. Sommige dingen zijn snel te regelen. Met het openbaar vervoer reizen bijvoorbeeld. Ter plekke vegetarisch of vegan eten is in bijvoorbeeld Hasselt ook geen enkel probleem. Ben je op zoek naar meer duurzame initiatieven, check dan de kaart van Veranderstad Hasselt waarop zo’n 50 duurzame initiatieven staan aangegeven. Niet allemaal geschikt voor de stedentripper, maar er staan ook volop tips op (denk aan restaurants, tweedehands winkels) waar je wel iets aan hebt tijdens een weekendje weg in België. Alvast één tip. Restaurant De Levensboom (Leopoldplein 44) is het perfecte adres voor vegetariërs, vegans en andere dierenliefhebbers. Okay, nog een tip: Oxfam Bookshop (Dorpsstraat 21) met zo’n 12.000 tweedehands boeken. Voor een prikkie sla je een fijn boek op de kop om te lezen in de trein naar huis.

Verrukkelijk vegan eten bij restaurant De Levensboom

Scoor nog even een tweedehands boek bij Oxfam
Meer informatie over wat te doen in deze stad vind je op de website Visit Hasselt.
Afgelopen jaar liep ik een etappe mee van de Boskalis Beach Cleanup Tour, de leukste manier om de stranden van Nederland wat schoner te maken. Ook dit jaar kun je weer meehelpen plastic en ander afval van onze kust te verwijderen. Opruimen was zelden zo gezellig en nuttig tegelijk.

(Plastic) afval verzamelen voor alle leeftijden
De Nederlandse kust van tot Schiermonnikoog is plusminus 523 kilometer lang. Vandaar dat organisator Stichting De Noordzee de route in etappes van 5 tot 10 kilometer heeft opgedeeld. Op de eerste dag begint er één groep in Zeeland en één op Waddeneiland Schiermonnikoog. Iedere dag neemt een volgende groep het stokje over.Twee weken later komen de laatste noordgroep en de laatste zuidgroep bijeen in Zandvoort.
Tientallen enthousiastelingen
Mijn strand-opruimdag begint in Wijk aan Zee met een goede espresso bij strandpaviljoen DITTIS SunSea. Cadeautje van de organisator, die koffie. Lekker! Dan geeft een medewerker van Stichting De Noordzee tekst en uitleg. Welk afval moeten we wel meenemen, wat kun je beter laten liggen, wat kan schadelijk of zelfs gevaarlijk zijn? Nog een groepsfoto en we kunnen op pad. Sommigen met handschoenen (slim) en een grijpertje op zoek naar allerlei soorten afval. Visnetten spoelen geregeld aan, blijkt al snel. Evenals ballonnen (in veel gemeenten al verboden) en plastic rietjes (die zijn vanaf juli 2021 verboden, evenals plastic wegwerpbestek en borden en plastic wattenstaafjes). Nu ik erop let, valt me pas op hoeveel klein afval er op het stand ligt.

Mijn etappe begint bij standpaviljoen DITTIS SunSea

Een espresso als brandstof voor de Boskalis Beach Cleanup Tour

Nog een groepsfoto van de etappe-deelnemers en dan aan het werk
Familieuitje: strand schoonmaken
De groep van vandaag verspreidt zich al snel over het brede strand. De Miss Beauty’s van alle provincies lopen mee, en ik zie veel families met jonge kinderen. Wat een leuke manier om kinderen te leren dat afval in vuilnisbakken hoort. En dat minder plastic gebruiken sowieso een goed idee is. Het traject gaat langs Tata Steel. Oeps, nogal een contrast, de schattige strandhuisjes tegen de duinen en daarachter de hoge schoorstenen van deze voormalige Hoogovens die geregeld enorme blobs aan rook de lucht in blazen.

Tata Steel is altijd aanwezig als je bij Wijk aan Zee op het strand loopt

De Nederlandse Miss Beauty’s lopen ook mee met de strandopruimactie
Beach Cleanup in cijfers
Op de website van Stichting De Noordzee staan veel resultaten van de opruimacties van vorige edities. In 2013 hielpen er 563 vrijwilligers, inmiddels is dat aantal ongeveer vervijfvoudigd. En daar blijft het bij. Vaak zijn er veel meer mensen die willen meehelpen, maar het aantal inschrijvingen is beperkt. Dat eerste jaar werd er 6590 kilo afval van de stranden geplukt. Het meeste afval werd in 2014 verzameld: in totaal 20.078 kilo. De laatste jaren is dat minder. Dat lijkt positief maar de hoeveelheid afval hangt ook af van stroming en getijden dus minder afval betekent niet perse dat zeeën en stranden minder vervuild zijn.

De buit van de dag, zakken vol plastic- en ander afval

Iedere deelnemer van de Boskalis Beach Cleanup Tour levert de zak met afval in

Het afval wordt iedere dag gewogen door Stichting De Noordzee-medewerkers
Meehelpen met opruimen?
In 2020 wordt er weer opgeruimd van 1 t/m 15 augustus. De inschrijving is nu (op 12 maart 2020) nog niet geopend maar je kunt je alvast aanmelden via een voorinschrijving waarna je een mail krijgt zodra de inschrijving opent. Doe dit zeker als je graag wilt meedoen, want veel etappes zijn al heel snel vol en het aantal deelnemers is beperkt.

In 2020 wordt de 8ste Boskalis Beach Cleanup Tour georganiseerd

Je kunt niet jong genoeg beginnen met afval verzamelen
Het hele jaar afval jutten
Op verschillende stranden is ook een grondjutters project gestart. Bij deelnemende strandpaviljoen kun je een jutzak lenen. Daarmee ga je het strand op en verzamel je afval. Een volle tas lever je in bij de strandtent en in ruil krijg je een gratis koffie of ijsje, afhankelijk van de locatie. Op de website van de grondstofjutters vind je een overzicht van deelnemende bedrijven.

Het hele jaar door kun je met een juttas afval jutten op de Nederlandse stranden
MEER PLASTIC OPRUIMEN
In Amsterdam en Rotterdam kun je met de organisatie Plastic Whale het water op in boten gemaakt van afvalplastic. Met een schepnetje ontdoe je grachten en rivieren van zwerfafval. Nuttig en ontzettend leuk om te doen.

Plastic vissen met Plastic Whale in Amsterdam
Nationaal Park Lauwersmeer is één van de stops tijdens mijn rondreis langs de Waddenkust. Dat tripje begon in Groningen en gaat verder in Friesland.
“Nederlanders willen controle houden over water. Dat is niet iets van de laatste jaren maar dat doen we al sinds de inpoldering.” Ik sta bij het Lauwersmeer waar boswachter Jan Willems uitleg geeft met behulp van een kaart. “De Lauwerszee was deel van Waddenzee. Tot er een dijk gebouwd werd.”

De boswachter van Nationaal Park Lauwersmeer geeft uitleg
Nationaal Park Lauwersmeer
De noodzaak voor zo’n dijk bleek na de Watersnoodramp in 1953 waarbij 1836 mensen verdronken. Er werd voor heel Nederland een Deltaplan opgesteld en overal kwamen dijken waarachter het veilig wonen is. Jan: “Er was nog wat gedoe tussen Groningen en Friesland over waar de dijk moest komen. Nu delen Friesland en Groningen dit bijzondere natuurgebied. Na aanleg van de dijk werd het zoute zeewater water heel snel zoeter en er begon van alles te groeien op de zandbanken.”
Dat was overigens niet het plan, want zoveel begroeiing is niet goed voor de aanwezige vogels. Maar ja de natuur doet wat ze wil. Nu zorgen 550 Schotse hooglanders en 350 konik paarden dat de nieuwe aanwas binnen de perken blijft. In de zomer krijgen ze hulp van kuddes gewone koeien.

Konikpaarden houden het landschap in bedwang
Op pad in een vintage jeep
Ik ontmoet Jan bij het activiteitencentrum van het Nationaal Park Lauwersmeer. We springen in een vintage Landrover van ruim 50 jaar oud en stuiteren het natuurgebied in. Het begrip schokbreker bestond een halve eeuw geleden vast nog niet. We passeren het Land van juffrouw Ali met zoute grond waarop veel bijzondere planten groeien zoals orchideeën. Als je hier eind mei, begin juni bent, rijd je door een fleurige bloemenzee, leer ik. De bijzondere bloemen groeien ook op de gratis toegankelijke stranden van gras. Die moeten gemaaid worden, maar altijd om de orchideeën heen.

Met een jeep Nationaal Park Lauwersmeer verkennen
McDonalds voor vogels
Dan parkeert Jan de jeep tussen de struiken, voor een koffie met koek-stop. Maar we zijn niet de enige die er eten en drinken. Nationaal Park Lauwersmeer is als een McDonalds voor alles wat vliegt. Rondtrekkende vogels eten bijvoorbeeld veel duindoornbessen.
Zo’n jeeptocht is heerlijk, maar zelf het natuurgebied intrekken kan ook. Er zijn verschillende wandelingen en fietsroutes uitgezet. Je kunt zelfs helemaal om het meer heen fietsen, een toertje van 43 kilometer. Ook in het donker is het natuurgebied een aanrader. Lauwersmeer is een van de officiële blackspots van Nederland. Bij gebrek aan kunstmatig licht in de wijde omgeving, zie je de sterren veel helderder. Er is een speciale toren gebouwd waar je in alle rust de hemel kunt bewonderen.

Koffie met koek-stop bij het Lauwersmeer

Vanaf deze toren kun je ’s avonds sterren kijken
Vegan bij restaurant ‘t Ailand
Maar ik ben overdag in het gebied. En buitenlucht maakt hongerig. Dat wordt dus lunchen bij ’t Ailand in de haven van Lauwersoog, aan de Friese kant van het Lauwersmeer. Het restaurant wordt gerund door Barbara en Jan Geertsema. Barbara was ooit vegetariër maar nu gaat ze toch van maandag t/m donderdag het wad op om te vissen. En ze eet die vangst ook. Het restaurant ontstond per ongeluk. Aanvankelijk was het een ontmoetingsplek waar mensen even koffie dronken en wat kletsten. Maar al snel bleven mensen langer zitten, en wilden ze ook iets te eten. Tussen het vissen door werden drie garageboxen zonder ramen omgebouwd tot de knusse plek die ’t Ailand nu is. Ik eet er heerlijk vegan tempeh, hummus met zeewier, brood met zeewier en een groentesoep. Want ja, de kok draait zijn hand niet om voor plantaardige gerechten.

Uitkijken over het water bij restaurant ’t Ailand
Milieuvriendelijke excursies
Restaurant ’t Ailand is geopend van vr t/m zo van 11.00 tot 19.00 uur. En, heel leuk, je kunt er ook op plasticsafari met een rubberboot. Lekker diervriendelijk ‘vissen’ en nog goed voor het milieu ook.
IJs van Zuco in Dokkum
Dan verlaat ik Groningen en ga verder op onderzoek in buur-provincie Friesland. Ik heb helaas geen tijd om Dokkum uitgebreid te verkennen. Maar natuurlijk is er altijd tijd voor ijs, vegan ijs welteverstaan. Bij Zuco hebben ze ook dierlijk ijs van melk van hun eigen coöperatie maar standaard heb je ook keuze uit enkele veganistische smaken. En man o man, wat zijn die lekker. Dokkum gaat op de lijst voor een tweede bezoek in de zomer. De koffie die ze er schenken is trouwens ook een aanrader.

Mooi plaatsje, dat Dokkum, die gaat op mijn bucketlist

Zuco in Dokkum is ook de plek voor een goede espresso

Vegan ijs eten bij Zuco in Dokkum
Culinaire topper in Harlingen
Ruim op tijd voor het diner check ik in in mijn hotel voor één nacht in Harlingen, met de toepasselijke naam Hotel Harlingen. Mooi centraal gelegen in het winkelgebied. En op loopafstand van het restaurant voor het diner, ’t Havenmantsje. Wow, dat is een avond lang genieten van een perfect 100% plantaardig menu. Dit is Mischelinsterrenkwaliteit voor een betaalbare prijs. Van het toetje met onder meer mandarijnsorbet en kokos tom kai krijg ik bijna tranen in mijn ogen, zo lekker. En dat terwijl ik eigenlijk bijna standaard desserts afsla omdat ik hartig nu eenmaal lekkerder vind.

Restaurant ’t Havenmantsje in Harlingen bij daglicht

Een Michelinster waard, restaurant ’t Havenmantsje in Harlingen

Dineren in restaurant ’t Havenmantsje in Harlingen
In het volgende deel verken ik Harlingen verder. En reis ik door naar Noord-Holland. Mijn reis begon in Groningen waar ik kennis maakte met de natuur en de ziltige zaligheden van de Waddenkust.

Café ’t Zielhoes waar Bob Dylan koffie dronk
De Waddenkust is een bijzonder stukje Nederland: ze verbindt drie provincies, de Waddenzee is nooit ver weg. Ik maakte een roadtrip langs Groningen, Friesland en Noord-Holland. En zag veel natuur plus her en der een stad(je) voor de afwisseling. Bovendien blijkt de Waddenkust een soort openlucht supermarkt. Deel 1 van mijn rondreis langs de Waddenkust.

Rondreis langs de Waddenkust, natuur met UNESCO-vermelding

In het hoge noorden in Groningen
Mijn ontdekkingsreis langs de Waddenkust begint in Groningen. Als de provincie in het nieuws is, dan gaat het vaak over de gaswinning en bijkomende problemen. Maar gelukkig blijkt er ook veel positiefs over Groningen te melden. Het eten bij restaurant Prinsenhof in de stad Groningen bijvoorbeeld. Sinds ik vegan eet, stuit ik nog weleens op problemen. Maar de kok van Prinsenhof blijkt er totaal geen probleem mee te hebben een voortreffelijk plantaardige menu te bereiden. Ik eet een heerlijke Aziatische soep, smaakvolle groenten met onder meer zoete aardappel en toe fijne vegan friandises. Een aanrader voor veganisten dit restaurant. Het is trouwens ook een fijn hotel.

Restaurant Prinsenhof in de stad Groningen

Heerlijk vegan eten in restaurant Prinsenhof
Roadtrip Waddenkust
Naar Groningen kon ik nog met de trein, voor de rest van mijn rondreis langs de Waddenkust is een auto echt nodig. Wil je milieubewust reizen, huur dan een elektrische auto. Mijn eerste stop is de zeedijk van Noordpolderzijl, het noordelijkste stukje van het Groningse vasteland. Het bruine café ’t Zielhoes in de voormalige sluiswachterswoning is verrukkelijk traditioneel met tapijtjes op de tafels. Een perfecte plek voor een beker warme chocolademelk na een herfst- of winterwandeling over de zeedijk. Bob Dylan bezocht het ‘t Zielhoes ooit. Auteur Herman Sandman ontdekte dat de zanger er aan de bar een kop koffie gedronken had. Dylan fietste blijkbaar graag in Noord-Groningen. Sandman stuurde de musicus een mail en deze bevestigde het verhaal, inclusief details.

Café ’t Zielhoes waar Bob Dylan koffie dronk

Een echt oud bruin café, ’t Zielhoes in Noordpolderzijl
Noordpolderzijl in Groningen
De sluis is tegenwoordig gesloten maar vormt wel een mooi vertrek- en aankomstpunt voor wadloopwandelingen. Aan de zeekant van de dijk ligt een kleine haven die alleen met vloed bereikbaar is. Ben je hier rond eb dan zie je vrijwel alleen maar modder. Op de kwelders groeit onder meer zeekraal en dat mag je ook plukken voor eigen gebruik. Ik krijg gelijk weer trek. De kwelders blijken niet alleen een natuurlijke supermarkt voor mensen maar ook voor vogels. Ze komen hier op doorreis naar het zuiden of het noorden even bijtanken. Hier blijkt ook hoe dichtbij Duitsland is. Rechts in de verte zie ik het Duitse Waddeneiland Borkum.

De dijk bij Noordpolderzijl is startpunt van wadwandelingen

De Waddenzee is UNESCO Werelderfgoed
Wijn uit Nederland
Het zilte van de zee maakt dorstig. En wat lest er beter dorst dan wijn? Water waarschijnlijk maar wijn is wel de lekkerste optie. En zelfs in Groningen vind je wijngaarden, zoals Hof van ’t Hogeland waar de Groot Maarslag-wijnen vandaan komen. In 2013 plantte Elma Middel haar tuin vol met wijnranken. Het was niet haar eerste keuze. Ze wilde haar huis eigenlijk verkopen maar door de aardbevingen kwam er geen koper. Ze had op haar twee ha grond altijd paarden lopen maar die had ze al verkocht. En daarmee opnieuw beginnen was geen optie. En dus staan er nu lange rijen met Solaris en Johanniter druiven. Solaris kun je in september oogsten, de Johanniter goed een maand later. De Groot Maarslag-wijnen blijken beide witte droge wijnen met een alcoholpercentage van 12.5% en een lekker zuurtje.

In de zomer en het najaar hangen hier trossen biologische druiven
Volledig biologische wijnen
De grond onder deze Groningse wijngaard bevat veel calcium en zelfs een beetje zout. Misschien heb we daarom ook geen schimmels, overpeinst Elma. Er is geen organic label maar de wijn wordt wel op biologische wijze gemaakt. Na het oogsten gaan de druiven naar Twente waar bij Neerlands Wijnmakerij de wijnen worden gemaakt. Wil je deze wijn proeven, dan moet je naar het Hof van ’t Hogeland of een van de restaurants waar deze wijnen geschonken worden. De productie is klein en Elma raakt de flessen makkelijk kwijt in de omgeving, dus elders in Nederland vind je ze niet. Beter ook want die kleine footprint hoort ook bij de romantiek van een kleine wijngaard.

Groot Maarslag wijn van wijngaard Hof van ’t Hogeland in Groningen
Abraham’s Mosterdmakerij
Sinds mijn bezoek aan de Waddenkust weet ik ook waar Abraham de mosterd haalt. Namelijk in Eenrum bij Abraham’s Mosterdmakerij. Dit ambachtelijke fabriekje is ook een museum en je kunt er gratis rondkijken of een rondleiding volgen (rondleidingen alleen in het weekend om 14.30 uur). Ik leer er bijvoorbeeld dat mosterd na het openen van het potje heel snel veel van de scherpte verliest. Er worden in de fabriek verschillende soorten mosterd gemaakt. Maar Abrahams biologische mosterd wordt tegenwoordig weer gemaakt van zwart mosterdzaad uit Groningen. In het restaurant kun je verschillende gerechten met mosterd proeven.

Abraham’s Mosterdmakerij in Eenrum, waar ook biologische mosterd gemaakt wordt
Slapen in een bedstee
Marenland in Winsum is het hotel voor de eerste nacht. Sinds enige tijd is er bij deze camping ook een bedstee-hotel. Even terug naar vroeger dus maar wel op een hippe manier. De kamers hebben een lichte, Scandinavische uitstraling. Mijn kamer voor deze nacht is nummer vier, en dat blijkt de familiekamer met twee bedstedes én een slaapbank twee bedstedes én een slaapbank. Knus hoor, slapen in een bedstee, maar als je er een deelt met je lief, is het voor degene die achteraan ligt wel lastig om ’s nachts uit de bedstee te kruipen. Marenland heeft ook een restaurant in een mooie, aangebouwde kas waar je ’s morgens heerlijk ontbijt.

Slapen in een bedstee bij hotel Marenland in Winsum

Ontbijten bij hotel Marenland in Winsum
Waddenkust, knus stukje Nederland
De ligging van hotel/camping Marenland is heel gunstig. Het treinstation van Winsum ligt op 12 minuten loopafstand. Vandaar vertrekt de trein naar onder meer Groningen. Vlakbij het hotel vertrekt ook de bus naar Pieterburen, voor een gezonde dosis zeehondjes. Maar ik volg in alle vroegte het schelpenpad langs het Winsumerdiep. Na ongeveer 300 meter sta ik in het centrum van het lieflijke Winsum. Aan de overkant van het water ligt de wijk Obergum, dat deel uitmaakt van Winsum maar soms ook als apart dorp bestempeld wordt. Hier ligt prachtig in het groen de hervormde kerk Obergum. Wat een knus stukje Nederland.

Ik volg in alle vroegte het schelpenpad langs het Winsumerdiep

De hervormde kerk Obergum in Winsum

Huizen bij de Obergum kerk in Winsum
Binnenkort deel 2 van mijn road trip Waddenkust
MEER BLOGS
Meer weten over een eerder bezoek aan noordelijk Nederland? Lees hier alles over mijn stedentrip Groningen.
Of zak een stukje af en ga naar Flevoland waar ik drie bijzondere wandelingen maakte.

Dwaalgasten van Karin van der Molen
Duurzaam op vakantie wordt steeds leuker en makkelijker. Overal zijn initiatieven die rekening houden met mens, milieu, cultuur en natuur. Een nieuwe digitale brochure zet de leukste ecotoerisme-initiatieven van Frankrijk op een rij.

Vegetarisch op hoog culinair niveau bij restaurant Annadata. Foto: Annadata
Mijn eerste reis naar Frankrijk was op culinair gebied geen succes. Als vegetariër at ik vrijwel de gehele vakantie salade chèvre chaud. Eén keer werd ik zelfs een restaurant uitgebonjourd met een ‘Dit is een réstaurant!’, vegetariërs waren duidelijk niet welkom.
Afijn, tijden veranderen en Frankrijk heeft nu genoeg leuke hotspots waar vegetariërs en vegans wél welkom zijn. Atout France heeft een digitale brochure gemaakt (fijn, duurzamer dan papier en altijd bij de hand): Conscious Travel Frankrijk, met fantastische vega restaurants en andere leuke duurzame toeristische initiatieven.
Hotel met duurzame, vegan spa
Een vakantie naar Frankrijk wat duurzamer maken, kan al door de trein te nemen in plaats van auto of vliegtuig. Eventueel huur je ter plaatse een elektrische auto. Of je gaat verder per fiets, een gewone of een e-bike. De volgende stap is een duurzaam hotel. In de brochure viel mijn oog op het kasteel van Massillan in de regio Provence-Alpes-Côte d’Azur. Het hotel is met gebruik van allerlei duurzame middelen gerenoveerd. En er is een bio-spa waar biologische, veganistische producten gebruikt worden. Bij het kasteel hoort bovendien een biologische moestuin van formaat waar de chateau-chef veel van zijn ingrediënten bij elkaar sprokkelt.

Hotel Chateau de Massillan met een duurzame bio-spa. Foto: Chateau de Massillan
Op de zeebodem lopen in Normandië
Dichter bij huis hoop ik me nog een keer aan te sluiten bij de wandelaars in de baai van Mont-Saint-Michel in Normandië. Snuif de lekkere zilte zeelucht op, geniet van het uitzicht op de iconische Mont-Saint-Michel terwijl je met je blote voeten over de zeebodem loopt. Hoe ontspannen kan inspanning zijn?

Wandelen in de baai van Mont-Saint-Michel. Foto: Yvon Boelle-CRT-Normandie
Vegetarisch in Bretagne
Iets zuidelijker zoek ik vervolgens een goed tafeltje bij restaurant Annadata (In Saint-Malo). Was er tijdens mijn eerste reis maar één zo’n restaurantje geweest. Alles is vegetarisch maar dan wel op hoog culinair niveau. Je kunt er eens per maand ook een kookles volgen. Mijn volgende, duurzame, trip naar Frankrijk begint steeds duidelijker vormen aan te nemen.

Vegetarisch restaurant Annadata in Saint-Malo. Foto: Annadata
MEER DUURZAAM FRANKRIJK
Nog veel meer duurzame tips lees je in de brochure Conscious Travel Frankrijk.
Nog een aanrader, fietsen in de Bourgogne wijnstreek. Langs wijngaarden, kastelen en sfeervolle dorpen en stadjes.
De herfst is de mooiste tijd van het jaar om het Zuid-Belgische La Gaume te bezoeken. Prachtig hoe de bladeren geelgoud en vurig rood kleuren. Een fijn decor voor de statige kloosters en knusse dorpen. Dit zijn de hotspots en bezienswaardigheden

De herfst is een prachtige periode voor een roadtrip la Gaume te bezoeken.
Het microklimaat zorgt voor weinig regen, veel zon en aangename temperaturen, de nabijheid van Frankrijk en Luxemburg voor een bijzondere potpourri, lees ik geregeld als ik mijn reis naar het Belgische La Gaume voorbereid. Dat is een goed vooruitzicht!
Biologische boodschappen
Oké, ik smokkel een beetje. Net voor ik La Gaume bereik, maak ik een korte stop in Anlier en Habay-la-Neuve. In Anlier namelijk ligt La Fée Verte, een bijzonder winkeltje met lokale en biologische producten. Astrid Risso uit Bretagne en haar man Régis uit Nice kwamen enkele jaren geleden richting de Gaume-streek. Hun eerste stop op weg naar het noorden was Luxemburg maar ook daar vonden ze niet wat ze zochten: leuke mensen met interesse in (lokaal geproduceerde) biologische producten. Dat lukte wel in Anlier.

Biologisch winkelen bij La Fee Verte
Hotspot: de groene fee
Hier creëerden ze een ontmoetingspunt voor gelijkgestemden met hun winkel La Fée Verte. Even boodschappen doen kan zomaar drie uur duren omdat mensen in het kleine barretje of op het terras achter de winkel onder het genot van een kopje koffie of thee blijven kletsen. “Zoiets hadden we in Frankrijk nooit kunnen realiseren. De mensen in deze streek zijn warmer, socialer en vriendelijker dan in Frankrijk”, is de overtuiging van Astrid. In de winkel, een ketting van kleine ruimtes, worden de producten met liefde gepresenteerd. Druk is het er, uit de verre omstreken komen mensen inkopen doen.
Bonbons met wasabi
Ook Jean van Le Chocolatier, met een prachtig winkeltje annex chocolade atelier in Habay-de-Neuve, is Franse import. In zijn stijlvol ingerichte bonbonzaak presenteert hij zijn zelfgemaakte chocoladecreaties. Bekende varianten met koffie of hazelnoten maar ook diepdonkere, glanzende pralines met wasabi, sesamzaad, gember, speculoos, komijn en galanga. In prachtige felroze boxjes worden ze als juweeltjes verkocht.

Bijzondere chocolade bij Chocolaterie Jean
Goed huwelijk: bier en chocolade
De twee soorten bier die hij verkoopt zijn speciaal voor hem gecreëerd, een uniek huwelijk tussen bier en chocolade. Het bier Jeanchrist I komt uit de brouwerij Rulles van Gregory Verhelst. Er worden bij brouwerij Rulles diverse soorten bier gebrouwen met speciale hop uit Amerika en water uit bronnen uit het nabijgelegen bos. Dat zorgt voor een unieke smaak die aanslaat.

Microbrouwerij La Rulles voor een Belgische biertje

Biertje drinken bij brouwerij Rulles in La Gaume
Bier op de boerenmarkt
De brouwerij won diverse prijzen en exporteert inmiddels naar o.m. Japan, de Verenigde Staten, Brazilië, Engeland en Noorwegen. De etiketten zijn ontworpen door PaliX, een kunstenaar uit de buurt. Het Rulles bier wordt enkel in flessen van 75 cl verkocht: om samen met vrienden te delen en te drinken. Dat wordt zeker gedaan bij de wekelijkse boerenmarkt op vrijdagavond in Han. De kraampjes met (lokale) biologische producten staan rondom lange picknicktafels waaraan bezoekers gretig aanschuiven.

Lekker eten op de markt van Han
Zonnig microklimaat
De omgeving wordt mooier en mooier als ik richting Virton rijd. “Kies de route via Montauban, niet ver van Buzenol,” was het advies van de burgemeester van Virton die ik op de markt in Han ontmoette, “daar zie je aan de rivier de restanten van oude hoogovens. Loop je de berg op, dan stuit je op nog veel oudere bewijzen van menselijke beschaving, namelijk van de Kelten, de Romeinen en de Middeleeuwen.” De belangrijkste vondsten zijn ondergebracht in een onbemand museum, ontworpen door de Belgisch-Poolse architect Constantin Brodzki die een soort etalage-kubussen ontwierp die half in de heuvels verdwijnen. Goeie tip van de burgemeester.

Herfstkleuren en ruïnes in Montauban

Een onbemand museum, ontworpen door de Belgisch-Poolse architect Constantin Brodzki

Een oude steen bij Montauban, la Gaume
Virton: historie in een notendop
Eenmaal in Virton duik ik eerst het Gaumse museum in waar de gehele historie van de streek ondergebracht is in een prachtig oud Recollectenklooster en een nieuwe vleugel. Van opgravingen uit de oudheid, een slaap-, woonkamer en keuken uit recenter verleden tot kunst van schilders van eind vorige en deze eeuw. De historie in een notendop. Nog net voor het donker wordt, klop ik aan bij een van de wijngaarden die de Gaume rijk is, Domaine Du Poirier du Loup in wat met stip het mooiste dorp van de streek is: Torgny. Dankzij het microklimaat dat in dit stukje Wallonië heerst, gedijen druiven goed en worden er diverse soorten Belgische wijn geproduceerd. Als ik er een mag aanraden dan is het de pétillant de Torgny, een goed droge champenoise van chardonnay-druiven met een fijn bubbeltje.

Het Gaume museum

De klokkentoren bij het Gaume museum
Kalkstenen huizen langs hellende straten
Torgny, het meest zuidelijke nederzetting van België, bewijst maar eens waar een klein plaatsje groot in kan zijn. Het is uitgeroepen tot een van de mooiste dorpen van Wallonië. Waarom blijkt direct. Huizen, hoeves en het oude klooster van lichtgele kalksteen bedekt met kanaaldakpannen, de luiken in pasteltinten geverfd, staan langs de hellende straten. Voor de nacht boekte ik een kamer bij L’Empreinte du Temps, met diverse stijlvol ingerichte kamers.

Torgny is uitgeroepen tot een van de mooiste dorpen van Wallonië

Pompoenen bij de deuren in Torgny

De zonsondergang in Torgny kleurt de kerken warmgeel

Rijpe druiventrossen in Torgny, La Gaume
Orval en het echte trapistenbier
Dwars door het boerenlandschap, gadegeslagen door blonde koeien, gaat mijn rondreis door La Gaume verder richting de ruïnes van het kasteel van Montquintin.

Koeien in de wei in La Gaume, België

Extra tussenstop, de ruïnes van Montquintin

Zelfs de ruïnes van Montquintin zijn nog indrukwekkend

De ruïnes van Montquintin zijn een van de bezienswaardigheden van la Gaume
Vervolgens meander ik via een kleine omweg door Frankrijk en de stad Montmédy en indrukwekkende vestingwerken die stoer boven de stad uitrijzen naar Orval. De historie hier gaat terug tot twee eeuwen voor onze jaartelling. Grootste trekpleister van Orval is tegenwoordig de Abdij, bewoond door Cisterciënzer monniken.

Orval in herfstkleuren
De abdij van Orval
Het gebouw is groots en meeslepend. En relatief nieuw. Tijdens de Franse revolutie werd het oude klooster vernield, in 1926 herrees het uit de as. Vandaar bijvoorbeeld de art deco details. De ruïnes van oudere gebouwen zijn nu te bezoeken. Ook indrukwekkend. Om de herbouw te bekostigen werd een brouwerij opgericht. Hier komt nog altijd het Orval bier vandaan. Er zijn slechts zeven Trappistenbrouwerijen in de wereld want bier mag alleen trappistenbier heten als het gemaakt wordt in een abdij, onder toezicht van Cisterciënzer monniken en de opbrengst moet gebruikt worden voor sociale werken of de broedergemeenschap. Een blokje kaas bij het biertje? Ook dat wordt hier gemaakt, met melk van echte Gaumse koeien.

De ruïnes van de oude cisterciënzerabdij van Orval

De Abbaye van Orval in Wallonië

Een must see bezienswaardigheid: Orval
Net als in Versailles
Een witte labrador op leeftijd waggelt me goedmoedig tegemoet zodra ik via een poort met muurschilderingen de tuin van Chateau du Pont d’Oye binnen wandel. Het zachtgele kasteel schittert in de late herfstzon, de luiken fris wit geverfd. De trap kraakt huiselijk als ik naar mijn kamer loop. Ik gooi de ramen open en geniet van de frisse lucht, het uitzicht over de tuin en het geluid van de kabbelende beek daarachter.

Hotel Chateau du Pont d’Oye is een heerlijke overnachtingsplek
Flamboyante markiezin
Het is de metaalnijverheid die voor grote welvaart zorgde in de regio. In 1644 liet een van de invloedrijke dames een kasteel bouwen dat later onder meer bewoond werd door Louise de Lambertye, de flamboyante markiezin van Pont d’Oye. Even ervoer men in het gemoedelijke Gaume hoe de royalty en adel in Versailles leefden.
Begin vorige eeuw mocht de bekende auteur en politicus Pierre Nothomb het kasteel zijn thuis noemen. Zijn werkkamer is nog intact en op de eerste verdieping zijn de bibliotheek en een intiem kapelletje te bezichtigen.

Een oude werkplek van auteur en politicus Pierre Nothomb in Chateau du Pont d’Oye
Dineren bij het houtvuur
Na een korte wandeling rond het kasteel en de meertjes begint de avond in stijl met een aperitief geserveerd in een van de salons bij het aangenaam warme houtvuur. Ik heb de table d’hôtes geboekt en nestel me even later voor een van de grote ramen aan een mooi gedekte tafel met kandelaars, tafelzilver en glanzende. Vanzelfsprekend is alles wat op de borden komt afgestemd op het seizoen met onder meer pompoensoep en toe een smeuïge chocoladebombe met speculoos-ijs.

Dineren in restaurant la Bleue Maison
Dat van dat microklimaat klopt overigens, merk ik als ik de volgende dag naar huis rijd. Nog geen 20 minuten nadat ik in de auto (die heb je helaas wel nodig als je la Gaume bezoekt) gestapt ben, maakt de blauwe lucht plaats voor een mistig, grijs wolkendek. De drieënhalf uur rijden naar huis zie ik de zon niet meer.

La Gaume, Wallonië
Tip: uitstapje naar Arlon
Even behoefte aan een iets grotere stad? Arlon (of Aarlen) ligt net over de grens van de Gaumestreek, bijna tegen de grens met Luxemburg. Niemand kan om de 97 meter hoge neogotische St. Maartenskerk heen met voor de deur het beeld van Koning Albert I. De andere belangrijke kerk, de Sint Donaaskerk, bereik je via de koninklijke trappen. Dan sta je bovenop de citadel en heb je een rijk uitzicht over de stad en de wijde omgeving. Slenter verder door de autovrije winkelstraat of plof neer op een van de vele terrassen van Grand-Place. Wie zin heeft in een langere wandeling haalt bij het toeristenbureau de folder met de stadswandeling die onder meer langs de herinneringen aan de Gallo-Romeinse tijd voert.

Arlon is een mooie afsluiter van een rondreis door La Gaume

Stadswandeling rond de citdel in Arlon

Beeld in een van de kerken van Arlon
MEER BELGIË
Er zijn zoveel prachtige steden en streken in België dat een keuze maken moeilijk is. Minder bekend maar zeer de moeite waard is Mons (of Bergen) .
Of ga een weekendje weg naar Gent, een stedentrip naar deze vegan hoofdstad van Europa staat garant voor heerlijk eten en drinken.

Sneukelen tijdens je stedentrip Gent
Wandelen in Flevoland betekent ronddwalen in de jongste provincie van Nederland. Maar jong wil niet zeggen dat er niets bijzonders te vinden is. Ik ging naar Urk, Schokland en het Waterloopbos voor enkele unieke wandelingen met een verhaal.

Bijzonder wandelen in Flevoland: genieten op Schokland
Flevoland-wandeling 1
Een eiland op het droge, dat is Schokland. Eeuwenland waren bewoners overgeleverd aan de nukken van de Zuiderzee. Stormen en het woeste water bedreigden land en mens. Die eeuwige strijd tegen de natuur maakte het leven van de Schokkers niet eenvoudig. Maar ze hielden stug stand tot in 1859 de regering besluit dat leven op het eiland niet langer verantwoord is. De laatste Schokker verlaat het eiland. En in 1942 verliest ook het eiland het gevecht want dan wordt water land dankzij de inpoldering en Schokland is dan onderdeel van de Noordoostpolder.

Uitzicht over Schokland en de Noordoostpolder
Schokland is UNESCO Werelderfgoed
Van bovenaf kun je de contouren van het oude eiland nog zien. En dat dit een uniek gebied is, blijkt ook uit de toekenning van de UNESCO-status. Het was het eerste Werelderfgoed van Nederland. Waar water was, zijn nu weilanden en akkers. Op Schokland zelf vind je een museum met enkele historische gebouwen en een gesteentetuin met zwerfkeien die er zo’n 200.000 jaar geleden door gletsjers zijn achtergelaten.

Wandelen langs de contouren van het voormalige eiland Schokland.
Kunstroute ‘Dichter op het Land’
Deze zomer is Schokland nog mooier dankzij 20 openbare kunstwerken die over het noordelijke deel van het voormalige eiland zijn uitgestrooid. En bij elk kunstwerk hoort een gedicht. Vandaar de naam Dichter op het Land. De route begint bij museum Schokland waar je kunt parkeren en eventueel ook een fiets kunt huren. Maar wandelen langs de 20 kunstwerken is wel zo leuk. De hele route is een kilometer of 7. Bij de infobalie van Museum Schokland kun je een route kopen met een houten kaft. Bij elk kunstwerk vind je vervolgens een brievenbusje met daarin een kaart met een gedicht en foto’s. Die kaarten voeg je toe aan de kaft. Aan het eind van de route heb je een unieke gedichtenbundel als herinnering aan Schokland.

Dichter op het Land op Schokland met kunst van Dwaalgasten van Karin van der Molen
Duurzame kunst op Schokland
Een van de land-art kunstwerken die mij het meest aansprak, was Dwaalgasten van Karin van der Molen (zie hierboven). Het staat in het noorden van Schokland, vlakbij de voormalige haven. De groep van 7 mensfiguren is onder meer gemaakt van oude visnetten van Urk en plasticafval. Mooi en duurzaam. Iets verderop kun je in een huisje een video-kunstwerk van Pat van Boeckel ervaren, relaxt liggend op een soort schommel. Van Boeckel is trouwens ook de curator van de kunstroute. Niet ver daarvandaan ligt de Jellyfish van Elena Redaelli op het droge, een mooi fragiel kunstwerk. En zo gaat het nog een paar kilometers door. Steeds word je verrast door kunst en bijbehorende gedichten.

Kunstroute Dichter op het Land op Schokland met de Jellyfish van Elena Redaelli
De land-art en poëzie-route Dichter op het Land is een maand langer dan gepland te bezichtigen. Je kunt de route nog tot 27 oktober 2019 bewonderen. Daarna kun je natuurlijk nog wel genieten van de natuur op Schokland. Helaas is Schokland niet per openbaar vervoer bereikbaar. Maar je kunt een bezoek aan Schokland goed combineren met Urk, zo’n 13 km fietsen verderop.

Schokland: Dwaalgasten van Karin van der Molen

Schokland, het voormalige eiland ligt nu ingepolderd in de Noordoostpolder
Flevoland-wandeling 2
Wandelen: Ginkiestocht op Urk
In de tijd van voor de inpoldering van de Zuiderzee was Urk het buureiland van Schokland. Urk is nog altijd bewoond. Sterker, het is er drukker dan ooit met inmiddels zo’n 21.000 inwoners. Of bewoners misschien, want de Urkers zeggen dat ze óp Urk wonen, alsof het nog altijd een eiland is.

De skyline van Urk, nu onderdeel van de Noordoostpolder, Flevoland
Over ginkies en steegjes
Gids Alice, gekleed in traditioneel Urker klederdracht, leidt me rond door het oude deel van het dorp tijdens een ginkiestocht. Een ginkie is een steegje, leer ik. En daarvan zien we er vele tijdens de wandeling. Vanaf de 17de eeuw werd er volop gebouwd op eiland Urk. Veel ruimte was er niet, dus de huisjes stonden dicht op elkaar op het licht hellende eiland. Op het hoogste punt staat de vuurtoren, zelf ook zo’n 18 meter hoog. Hij staat er nog altijd, maar is inmiddels werkloos. Het licht uit de toren kwam uit Canada, en draait daarom linksom, waar alle andere vuurtorens in Nederland rechtsom draaien. Zelfs de vuurtoren op Urk was eigenzinnig. In de zomermaanden kun je de toren beklimmen en word je getrakteerd op een weids uitzicht.

Alice vertelt tijdens een Ginkiestocht over het leven op Urk

De vuurtoren van Urk is met pensioen maar blijft een mooi baken
Monument voor verdronken vissers
We zijn dan het vissersmonument vlakbij het Kerkje aan de Zee al gepasseerd. Het monument is een beeld van een vissersvrouw die over zee staart met daarbij marmeren plaquettes die laten zien dat lang niet iedere visser terugkwam. Vele zeemannen lieten en laten het leven op zee of IJsselmeer. Een enkeling pas 8 jaar jong. We slenteren door en horen hoe Urk van eiland vasteland werd, en hoe zout water zoet water werd. Met alle gevolgen voor de vissersbevolking. Bijzonder dat vis nog altijd een grote rol speelt in het dorp, zo’n 65% van de inwoners leeft er nog van. Dit omdat Urk de grootste visafslag van Europa heeft, aldus Alice. Zelf lusten ze ook wel een visje. Veel bewoners eten nog heel traditioneel iedere vrijdag vis plus rijst met melk en boter.

Monument ter nagedachtenis aan alle vissers die niet terugkwamen op Urk

Zo’n 65% van de bewoners van Urk leeft nog van de vis
De geboortesteen van Urk
Smalle, slingerende ginkies leiden naar bescheiden vissershuisjes waar gezinnen met vaak tien of meer kinderen in woonden. Al die kinderen werden niet door de ooievaar gebracht maar werden per roeiboot opgehaald bij de Ommelebommelestien, zo onthult Alice een dorpsgeheim. Een van die baby’s was trouwens schrijver Appie Baantjer. Met zulke grote gezinnen was het passen en meten in die kleine vissershuisjes maar het scheelde dat jongens vanaf een jaar of tien, elf al meegingen op visvangst. En meisjes van diezelfde leeftijd werden vaak dienstmeisje bij rijke families elders in Nederland. Soms kwamen ze maar twee keer per jaar thuis. Bij het museum Het Oude Raadhuis hoort een oud vissershuisje waar je kunt zien hoe de families leefden.

De kleine vissershuizen op Urk staan dicht op elkaar
Dat Urk met de tijd meegaat, blijkt als je op de dijk bij een van de dorpsstranden staat: in de verte doorklieven de wieken van 70 hypermoderne windmolens de lucht. Niet iedereen op Urk is er blij mee, ik vind het wel een mooi gezicht.

Een van de dorpsstranden op Urk, Flevoland

Voor de kust bij Urk staan 70 windolens
Flevoland-wandeling 3
Wandelen door het Waterloopbos
Een bezoek aan Schokland kan ook gecombineerd worden met het Waterloopbos, 15 kilometer fietsen verderop. In Vollenhove, op enkele kilometers van het Waterloopbos, kun je fietsen en e-bikes huren bij Vollenhove 2wielers.

De komende jaren worden diverse schaalmodellen in het Waterloopbos gerestaureerd.
Bos als openluchtlaboratorium
Ik had er nog nooit van gehoord maar in dit Waterloopbos in de Noordoostpolder werden decennialang plusminus 200 onderzoeken naar waterwerken gedaan. Het is eigenlijk een groot openluchtlaboratorium. Allerlei dingen als havens, tunnels, rivieren en kusten werden hier nagebouwd en nagebootst. Niet alleen Nederlandse maar bijvoorbeeld ook de Libische oliehaven en de haven van Bangkok. Veel van die modellen zijn in de jaren nadat het laboratorium in 1996 sloot overwoekerd door de natuur. Maar enkele bouwwerken zijn nog altijd zichtbaar in dit polderbos in Flevoland.

Wandelen in het Waterloopbos in Flevoland

In het Waterloopbos is het Kunstwerk Deltawerk// van RAAAF en Atelier de Lyon te zien
Stormvloedkering als kunstwerk
Bij Paviljoen Het ProefLab kun je niet alleen iets drinken of eten maar ook een kaart krijgen met daarop verschillende wandelroutes (waaronder twee voor rolstoelgebruikers). De kortste is slechts 1.1 km, de langste 8.3 km. Alle routes beginnen bij de Stormvloedkering. Hier werden in een 240 meter lange goot zeegolven nagebootst. Nu zie je op die plek het kunstwerk Deltawerk//, ontworpen door kunstenaars RAAAF en Atelier de Lyon. Een prachtige en indrukwekkende creatie waar je doorheen kunt dwalen terwijl enorme betonnen platen boven je uit torenen.

Deltawerk// van RAAAF en Atelier de Lyon te zien in het Waterloopbos

Kunstwerk Deltawerk//, ontworpen door kunstenaars RAAAF en Atelier de Lyon
Werken aan het waterloopbos
De route gaat verder en al snel ben ik omgeven door bomen en stilte. Vogels, vlinders en andere fladderaars vliegen voorbij, op de grond zie ik al de eerste paddenstoelen tussen gevallen bladeren. Dan weer een monument, van een heel andere orde dan het Deltawerk//. De bemoste Romijnstuw ligt middenin het polderbos. De stuw is bescheiden qua omvang maar belangrijk omdat deze heel nauwkeurig de juiste hoeveelheid water door kon laten. Het leuke van de wandeling is dat je volop kunt genieten van al het groen maar ook zo her en der op een onderzoeks-locatie stuit. Het Waterloopbos is trouwens weer volop in ontwikkeling. In de komende jaren worden er tien schaalmodellen gerestaureerd. Wil je meer wandelen dan enkele kilometers, dan loop je zo het naastgelegen Voorsterbos in voor nog veel meer natuur.

Het Waterloopbos was jarenlang een openluchtlaboratorium
Kamperen in de Noordoostpolder
De naam Netl kennen sommigen misschien nog van de van brandnetel gemaakte kleding. Die kledinglijn is gestopt, maar Netl is nog wel een ontzettend inspirerende ontmoetingsplek in de Noordoostpolder. Er zijn campings en je kunt overnachten in groepshotels maar er zijn ook cosy containerwoningen en andere kleinere woningen en wagens. Of ga lekker een dagje aan een meer zitten en wandel door de duinen en de bamboebossen. Ook een aanrader: de gezonde en heerlijke lunches bij het strandpaviljoen. De Wildste Tuin van Flevoland is in de winter gesloten. Logeer/kampeer je er niet, dan betaal je 7,50 euro entree. Maar er zijn ook (beperkt) Eet&Drink vouchers beschikbaar dus als je er gaat lunchen betaal je geen extra entree.

Middenin de Noordoostpolder waan je je aan het strand bij Netl.

Lekker en gezond eten bij Netl in de Noordoostpolder
Hier vind je meer algemene informatie over Flevoland.
Meer wandelen in Nederland!
Eens per jaar (tijdens het Pinksterweekend) kun je in de Zaanstreek wandelen over water. Uniek en ontzettend leuk (vooral met mooi, warm weer).

Wandelen over water in Zaandijk