Onlangs was ik te gast bij het Little Italy event dat het magazine ‘De Smaak van Italië’ jaarlijks organiseert in Amsterdam. Lekker sfeertje. Ik volgde er een olijfolie-workshop en, tatarataaa, leerde zelf pasta maken.
Italië staat hoog op mijn lijst van favoriete vakantiebestemmingen. Fijne steden, prachtige natuur, overal omringd door cultuur en dan is er natuurlijk de Italiaanse keuken. Tijdens het evenement doe je inspiratie op voor een volgende reis maar veel bezoekers komen ook om allerlei lekkers te proeven en te kopen.

De Mediterrane keuken staat op de UNESCO lijst
Bijna 12 liter olijfolie p.p.
De Mediterrane keuken is UNESCO-immaterieel erfgoed, leer ik tijdens de olijfolie-workshop gegeven door olijfolie-expert Gregor Christiaans. En wat is de Italiaanse keuken zonder olijfolie? Een Italiaan gebruikt per jaar gemiddeld 11.5 liter olijfolie, Nederlanders slechts 0.9 liter. Na een inleiding mogen we proeven. Ik heb vaker proefsessies gedaan, onder meer bij olijfolieproducenten in Slovenië en Italië. Maar daar proefde ik alleen de goede, eigen producten. Ditmaal beginnen we met een supermarkt-olijfolie. We weten inmiddels dat een olijfolie fris moet zijn, een bittertje moet hebben en iets van scherpte in je keel als je de olie doorslikt. Klopt alles, dan heb je een goede extra vierge olijfolie. De eerste olie heeft alleen een scherpe nasmaak en doorstaat daarmee de proef niet. De andere twee zijn echt totaal anders. Lees: veel lekkerder. Proef je dit verschil, dan koop je nooit meer een goedkope olijfolie in de supermarkt.

Italianen gebruiken 11,5 liter olijfolie p.p.p.j.
Olijfolie in de hoofdrol
Er zijn nog twee verrassingen tijdens de workshop. We krijgen een bordje met zeven kleine hapjes die allemaal olijfolie in de hoofdrol hebben. Denk aan een gel, knetterend poeder, olijfmousse, hartige bonbons en meer. Waanzinnig wat een creatieve kok (in dit geval Monique Troc van restaurant Schatull in Vaals) allemaal met olie kan maken. Tot slot is er vegan ijs op basis van olijfolie gemaakt door Franz Conde, chef van het Hilton restaurant Roberto’s in Amsterdam-Zuid. Mjammie wat heerlijk romig. En gelukkig niet te zoet.

Heerlijke hapjes met olijfolie in de hoofdrol van chef Monique Troc

IJs met olijfolie in plaats van room. Met dank aan Franz Conde
Pasta workshop van Cucina Originale
Na het proeven mag ik zelf aan de slag tijdens de workshop pasta maken van Cucina originale. Ik dacht dat we gewone pasta zouden maken, maar het bleek ravioli te zijn. Op basis van ei met een vegetarische vulling met ricotta. Dus ik heb mijn vegan overtuiging even aan de kant geschoven en heb de ravioli gemaakt. Dat klinkt simpel maar het is hard werken om een mooi pastadeeg te maken.

Cucino originale organiseert pasta workshops

Wie de smaak te pakken heeft, boekt een weekje koken in Italië bij Cucina originale

Meel 0.0 en ei, daarmee maak je een vegetarische pasta vol smaak
Zo maak je verse pasta
De ingrediënten zijn bescheiden: fijne bloem 0.0 en ei. De aanwijzingen zijn al net zo eenvoudig maar het kneden van een glad, stevig maar flexibel deeg, zoals het staat omschreven, is nog best een klus. En dan moet het nog uitgerold worden tot een grote, bijna doorzichtige lap. Daar komt de vulling van ricotta, Parmezaanse kaas, rode ui, biet en zout, peper en nootmuskaat op.
Afijn, een echte Italiaan krijgt er ongetwijfeld rillingen van, maar ik was best tevreden met mijn eerste pasta-poging. De ravioli zagen er niet uit, maar smaakten verrassend goed. Het aangeraden sausje met boter, walnoten en Parmezaanse kaas heb ik thuis wel geveganiseerd door plantaardige boter te gebruiken en edelgist als kaasvervanger.

Pastaworkshop: eerst met een vork mixen, daarna met je handen verder kneden

De ravioli horen allemaal dezelfde vorm te hebben…

Zelfgemaakte pasta: het ziet er niet uit, maar smaakt verrukkelijk
Op kookles in Italië
Dit smaakt naar meer. En dat komt goed uit want Cucina originale organiseert kookworkshops in Italië. Daar zou ik graag eens naartoe gaan, want de koks Stefania, Lisa en Agatha weten vast ook hoe je een mooie vegan pasta kunt maken. Arrivederci dus, tot ziens.
Het volgende Little Italy event wordt waarschijnlijk weer in februari gehouden. Check de website voor de meest recente informatie.

Cucino originale: de eieren moeten in een kuiltje in het meel
MEER PASTA
Een van mijn favoriete pasta gerechten is deze met avocado en zeekraal.

Vegan pasta met zeekraal, avocado en limoen
Duurzaam op vakantie wordt steeds leuker en makkelijker. Overal zijn initiatieven die rekening houden met mens, milieu, cultuur en natuur. Een nieuwe digitale brochure zet de leukste ecotoerisme-initiatieven van Frankrijk op een rij.

Vegetarisch op hoog culinair niveau bij restaurant Annadata. Foto: Annadata
Mijn eerste reis naar Frankrijk was op culinair gebied geen succes. Als vegetariër at ik vrijwel de gehele vakantie salade chèvre chaud. Eén keer werd ik zelfs een restaurant uitgebonjourd met een ‘Dit is een réstaurant!’, vegetariërs waren duidelijk niet welkom.
Afijn, tijden veranderen en Frankrijk heeft nu genoeg leuke hotspots waar vegetariërs en vegans wél welkom zijn. Atout France heeft een digitale brochure gemaakt (fijn, duurzamer dan papier en altijd bij de hand): Conscious Travel Frankrijk, met fantastische vega restaurants en andere leuke duurzame toeristische initiatieven.
Hotel met duurzame, vegan spa
Een vakantie naar Frankrijk wat duurzamer maken, kan al door de trein te nemen in plaats van auto of vliegtuig. Eventueel huur je ter plaatse een elektrische auto. Of je gaat verder per fiets, een gewone of een e-bike. De volgende stap is een duurzaam hotel. In de brochure viel mijn oog op het kasteel van Massillan in de regio Provence-Alpes-Côte d’Azur. Het hotel is met gebruik van allerlei duurzame middelen gerenoveerd. En er is een bio-spa waar biologische, veganistische producten gebruikt worden. Bij het kasteel hoort bovendien een biologische moestuin van formaat waar de chateau-chef veel van zijn ingrediënten bij elkaar sprokkelt.

Hotel Chateau de Massillan met een duurzame bio-spa. Foto: Chateau de Massillan
Op de zeebodem lopen in Normandië
Dichter bij huis hoop ik me nog een keer aan te sluiten bij de wandelaars in de baai van Mont-Saint-Michel in Normandië. Snuif de lekkere zilte zeelucht op, geniet van het uitzicht op de iconische Mont-Saint-Michel terwijl je met je blote voeten over de zeebodem loopt. Hoe ontspannen kan inspanning zijn?

Wandelen in de baai van Mont-Saint-Michel. Foto: Yvon Boelle-CRT-Normandie
Vegetarisch in Bretagne
Iets zuidelijker zoek ik vervolgens een goed tafeltje bij restaurant Annadata (In Saint-Malo). Was er tijdens mijn eerste reis maar één zo’n restaurantje geweest. Alles is vegetarisch maar dan wel op hoog culinair niveau. Je kunt er eens per maand ook een kookles volgen. Mijn volgende, duurzame, trip naar Frankrijk begint steeds duidelijker vormen aan te nemen.

Vegetarisch restaurant Annadata in Saint-Malo. Foto: Annadata
MEER DUURZAAM FRANKRIJK
Nog veel meer duurzame tips lees je in de brochure Conscious Travel Frankrijk.
Nog een aanrader, fietsen in de Bourgogne wijnstreek. Langs wijngaarden, kastelen en sfeervolle dorpen en stadjes.
Vegan eten is in Helsinki geen enkel probleem. Overal waar ik vroeg om een plantaardiger menu kreeg ik de meest fantastische gerechten voorgeschoteld, bomvol smaak en als schilderijtjes zo mooi. Mijn top 3 van restaurants in Helsinki waar je voortreffelijk vegan en vegetarisch kunt eten.
Restaurant Shelter
Daar bij de waterkant ligt restaurant Shelter. Het begon een jaar of drie geleden met een kleine eettentje, inmiddels zijn er twee verdiepingen en een royaal terras. Vraag hier zeker naar het archipelago brood, het typische Finse donkerbruine brood met een knapperig zout karamel laagje. Ik krijg verder een vegan menu. Het feestje begint met groene asperges met truffelsaus van zomertruffel. Daarna een geglaceerd bloemkooltje uit de oven met allerlei lekkers er omheen. Goed klaargemaakt zijn groenten zo fantastisch. Voor het dessert heb ik geen ruimte meer, maar om me heen zie ik prachtige toetjes op tafels staan.
Restaurant Shelter, Kanavaranta 7, Helsinki
Restaurant Lonna
Lonna is een eilandje op zo’n tien minuten varen van de haven van Helsinki. Velen gaan hierheen om in een unieke omgeving naar de sauna te gaan. Maar ga daarna niet gelijk naar huis, maar boek een tafeltje in het restaurant. Dat is een nog onvergetelijker ervaring. Op het schoolbord staat een vegan hoofdgerecht met favabonen en uien. Het klinkt niet heel spannend maar de presentatie is geweldig en de smaak zo mogelijk nog beter. Wow. Die gerookte uien, de boterzachte favabonenmousse en uienmouse opgeleukt met microgreens en blaadjes van paarse violen. Ik heb ditmaal wel ruimte voor het dessert: bietjes en bietjesijs met verse dragon. Een perfecte afsluiter. En dan is er als toegift de boottocht terug naar het centrum terwijl de ondergaande zon de skyline in vuur en vlam zet.
Neem vanaf de markt in Helsinki de JT Ferry naar Lonna
Restaurant El Fant
Koffiebar (overdag) en wijnbar (’s avonds) El Fant is zeer vegan-friendly. Ik ben met een groepje mensen en al snel staat de tafel vol met schalen gevuld met heerlijke gerechten. Niet enkel vega(n) want er zijn ook vlees- en viseters bij. Maar voor mij worden er zelfs nog enkele schaaltjes extra gebracht. Heel afwisselend, mooi gepresenteerd en ik zou zo alles nog een keer bestellen bij een volgend bezoek. De theeselectie is erg goed dus zelfs voor een kop thee met een vegan stukje taart zou ik er graag weer binnenstappen. El Fant is ook beroemd vanwege de smakelijke brunches op zaterdag en zondag.
Restaurant El Fant, Katariinankatu 3, Helsinki
Fietsen door het Vechtdal betekent grensoverschrijdend fietsen. De Overijsselse Vecht (zoals wij hem noemen) stroomt van het Duitse Darfeld in Münsterland tot het Nederlandse Zwolle waar de rivier uitmondt in het Zwarte Water. Ik volgde twee dagen fietsroute LF16.

Fietsen in het Vechtdal betekent soms ook de rivier oversteken
De hele Vechtdal fietsroute LF16 is 225 kilometer lang. Voor mij iets te ambitieus om in twee dagen te rijden, al was het maar omdat ik ook graag afstap om de natuur te bewonderen en lokale lekkernijen te proeven. Mijn minivakantie begint daarom in het Duitse Nordhorn, een stad die letterlijk omarmd wordt door de Vecht.
Nordhorn: Paradijs voor koopjesjagers
Wandelend door Nordhorn hoor je opmerkelijk veel Nederlands. De stad blijkt een populaire winkelstad te zijn voor mensen die net over de grens wonen. Omdat het winkelaanbod anders is, maar ook omdat veel producten in Duitsland aanzienlijk goedkoper zijn dan in Nederland. Het reisgeld heb je zó terugverdiend. Niet geïnteresseerd in winkelen? Slenter dan zeker even het Stadtpark in. Dit was ooit de privétuin van een rijke textielbaron. Nu is het een openbaar park vol bijzondere bomen en kleurrijke planten. En er is een zalig terras van bistro/café Zeitlos im Park, dé plek voor even helemaal niets.

Het Stadtpark in Nordhorn was ooit de privétuin van een rijke textielbaron

Het terras van bistro/café Zeitlos im Park in Nordhorn
Kunstmatig meer: de Vechtesee
Bij Nordhorn stroomt de Vecht het Vechtmeer in, splitst en loopt rond oude stad om dan weer als één rivier verder te stromen richting Zwolle in Nederland. Die Vechtesee is een kunstmatig meer. De Vecht nam al stromende veel zand mee en een groot deel van dat zand belandde in Nordhorn. Daardoor kwam de rivier steeds hoger te liggen en waren er geregeld overstromingen. Uiteindelijk is in twee jaar tijd zoveel zand weggezogen dat er een fors meer ontstond, de Vechtesee. Iets verderop ligt een fikse heuvel, het resultaat van het zand dat uit het meer gehaald is.

Het Riverside hotel aan de Vechtesee in Nordhorn
Vechtdal: relaxen op het water
Vóór ik op de fiets stap, wil ik nog even het water op. Dat kan in Nordhorn op verschillende manieren. Lekker sportief met een kano (€ 15,- voor 3 uur), een waterfiets (voor € 3,50 p.p.p.u.) of heerlijk relaxt met een rondvaartboot (€ 7,- p.p. voor een uur) waarbij je ook nog volop informatie krijgt over het heden en verleden van de voormalige textielstad Nordhorn. Ik scheep in voor een rondje over de Vechte (zoals de Vecht in Duitsland heet) en de Vechtesee. Ik leer dat de Vecht ontspringt bij Darfeld in het Duitse Münsterland. Even later passeren we een platbodemboot in de oude haven van Nordhorn. De naam Jantje verraadt dat het schip Nederlandse roots heeft. Wij varen verder, bukken zo nu en dan diep voor lage bruggen en komen meer te weten over het textielverleden van Nordhorn. Tot de jaren ’80 vorige eeuw was de textielindustrie voor veel inwoners een belangrijke werkgever. Nu zijn verschillende industriële panden omgebouwd tot hippe woonwijken, met huizen pal aan het water. Leuk wonen.

Platbodem Jantje in de oude haven van Nordhorn

De St. Augustinus Kirche in Nordhorn, Duitsland
Fietsen in het Vechtdal
De volgende ochtend ga ik op zoek naar de bordjes LF16b Vechtetalroute. Zij vormen mijn gids deze fietsvakantie. Al snel verlies ik de Vecht uit het oog, maar vanaf Emlichheim loopt het fietspad pal langs de rivier. Op een kilometer of 6 à 7 van Laar kun je kiezen om linksaf of rechtsaf te gaan. Rechts natuurlijk, vanwege het Kurbelfähre über die Vechte ofwel met een zelfbedieningspontje de Vecht oversteken. En dan is het nog maar een klein stukje over een dijk naar de molen bij Laar. Daar aan de Vecht ligt ook de aanlegsteiger voor de Vechtezomp, een 200 jaar oude platbodemboot die als thuisbasis Gramsbergen (NL) heeft. Maar daarover later meer. Een uitgebreide bezichtiging van de molen kan ook achterwege blijven. En ja, over het waarom ook later meer.

Na Emlichheim loopt het fietspad pal langs de Vecht

Naar de overzijde van de Vecht met het pontje

De Vechtdalroute staat overal goed aangegeven

In alle vroegte fietsen langs de Vecht in Duitsland
Micro-brouwerij Mommeriete
Al snel na het verlaten van Laar veranderen de Duitstalige Vechtetalroute bordjes in Nederlandstalige bordjes Vechtdalroute. En eenmaal op Nederlands grondgebied duurt het niet lang voor micro-bierbrouwerij Mommeriete in Gramsbergen in zicht komt. Jottem, wat een fijn terras aan het water! Maar loop voor je neerploft zeker even naar binnen, want dit huis deed eeuwenlang dienst als huiskamercafé. Terwijl schippers en andere bezoekers genoten van hun biertje, lagen de kinderen al in de bedstee te slapen. In dezelfde ruimte! Aan het interieur van het schipperscafé is door de eeuwen heen nauwelijks iets veranderd. In de aangrenzende ruimte staan de koperen ketels waarin tegenwoordig bier gebrouwen wordt. In de wintermaanden kun je hier zelfs een workshop bierbrouwen volgen. Bier proeven kan het hele jaar door! Soms zit het mee…

Het interieur van huiskamercafé Mommeriete

Biertje van microbrouwerij Mommeriete in Gransbergen
Varen met de Vechtezomp
Na de lunch bij bierbrouwerij Mommeriete stap ik in de Vechtezomp. De Vechtezomp is een platbodemboot van 200 jaar oud die in ongeveer een uur over de Vecht naar Laar (D) vaart. Jawel, dat plaatsje waar die molen stond, en terug. Onderweg krijg je terwijl je geniet van het uitzicht uitleg over het landschap, de bewoners van het Vechtdal en de geschiedenis van dit bijzondere gebied. Heerlijk, even uitwaaien en de benen rust gunnen. En genieten van de stilte want de oude schuit heeft wel een moderne elektromotor. In Laar heb je een uur de tijd om de molen en de omgeving te verkennen. Daarna vaart de Vechtezomp terug naar Gramsbergen. Met een sympathiek prijskaartje van slechts 14 euro p.p. een must do tijdens je fietsvakantie in het Vechtdal.

De Vechtezomp legt een uurtje aan in Laar, Duitsland

De molen van Laar in Duitsland

Met de fluisterstille Vechtezomp van Gransbergen naar Laar en terug

Boerderijen langs de Vecht
De Vecht krijgt ruimte
Meanderend door het Overijsselse landschap (wat is het hier mooi!) passeer ik Hardenberg om via het natuurgebied Rheezermaten in Rheeze te belanden. In dit gebied krijgt de Vecht weer ruimte om te meanderen zoals de rivier vroeger ook deed. Hoe het er hier eeuwen geleden uit zag, is gemakkelijk voor te stellen als je brinkdorp Rheeze binnen fietst. De brink was de plek waar de dieren zomers verbleven. Ook al grazen er geen koeien of schapen meer op de brink, wel staan er rond de oude grasvelden enkele Saksische boerderijen in originele staat. In één ervan zit sinds enkele jaren Theetuin De Rheezer Kamer.

Een van de Saksische boerderijen nu de Rheezer Kamer, een B&B en theetuin

Mooie boeketten op tafel maken de Rheezer Kamer extra sfeervol
Theetuin de Rheezer Kamer
Bij deze monumentale boerderij moet je op zonnige dagen bijna vechten om een plekje op het sfeervolle terras. Want de theetuin ligt niet alleen aan de Vechtdal-fietsroute maar óók aan het Pieterpad. Maar zonder vele wandelaars is dit monumentale dorpje een en al rust. Een van de Saksische boerderijen is nu de Rheezer Kamer, een B&B en theetuin. Zorg dat je hier rond koffietijd, theetijd of lunchtijd bent voor een koffie of thee met huisgemaakte taart. Om hier te logeren, moet je een beetje geluk hebben. Eigenaresse Astrid transformeerde de potstal tot een prachtige design B&B gastenkamer. En is dus maar één, zeer royale studio (85m2). Maar er wordt gewerkt aan een tweede.

Tijd voor thee en taart bij Theetuin de Rheezer Kamer
Fietsen van Ommen naar Zwolle
In Ommen stal ik mijn fiets voor de nacht. Tijd voor een drankje op het stadsstrand van Hotel De Zon met uitzicht over de Vecht.
Ik zit de volgende ochtend nog maar net op mijn fiets of het is alweer tijd om even af te stappen. Landgoed Vilsteren ligt op een halfuurtje fietsen van centrum Ommen. In het voorjaar is de tuin van dit landgoed een tapijt van paars/blauwe boshyacinten. Over Landgoed Vilsteren lopen verschillende fiets- en wandelpaden en er zijn vijf wandelroutes met ieder een thema uitgestippeld. Tegenover het landhuis staat de Vilterse molen, een achtkantige stellingkorenmolen.

Fietsen onder de bomen bij Vilsteren

Landgoed Vilsteren ligt vlakbij Ommen

De Vilterse molen deed bijna 100 jaar dienst als korenmolen
Zondagsfietsers en racefietsers
Net als ik bedenk hoe heerlijk rustig het deze zondagochtend is op de weg worden we bij sluis De Stuw bijna van de sokken gereden door groepen racefietsers. Ze razen als idioten voort, ondanks het bordje met ‘alleen wandelpad, fietsers afstappen’. De sluiswachter haalt berustend de schouders op. Hij is het gewend. Hij geniet vooral van de mooie omgeving, zijn bekertje koffie en een praatje met mensen die minder haast hebben. Druk heeft hij het niet, zo aan het begin van het voorjaar. Gisteren gingen er exact nul boten door de sluis. Een mooi moment om het sluishuisje te ontdoen van spinnen en bijbehorende webben en het gras te maaien, klinkt het laconiek.

De Vechtdal fietsroute is meestal heerlijk rustig
Uitkijken over het Vechtdal
Net voor Dalfsen trekt de 20 meter hoge uitkijktoren de Stokte van Aterliereen Architecten de aandacht. De toren bestaat uit duurzame materialen en werd gebouwd in het kader van het provinciaal project Ruimte voor de Vecht. Vanaf het plateau op 18 meter hoogte heb je een weids uitzicht over de het vlakke Nederlandse landschap.

De uitkijktoren de Stokte van Aterliereen Architecten
In Dalfsen is het manoeuvreren tussen de kerkgangers die net de zondagsdienst uitkomen. En daarna komt een van mijn favoriete kunstwerken in zicht: de zwevende kei van Dalfsen. Een uit de kluiten gewassen paddenstoel van een liggende steen die perfect balanceert op een klein steentje. Nou ja, zo lijkt het. In werkelijkheid zit het 30 ton wegende brok beton vast aan een constructie die 17 meter in de grond verankerd zit. De Vechtdalroute loopt voor een groot deel parallel aan de kunstroute. En dat betekent dat je links en rechts van het fietspad geregeld moderne kunstobjecten ziet. In totaal staan er in dit grootste openbare openluchtmuseum van Europa ruim 80 werken van hedendaagse kunstenaars.

De zwevende kei van Dalfsen langs de Kunstroute
Koffie met krentenwegge bij Boerhoes
De tijd vliegt voorbij in dit rustgevende landschap van het Vechtdal. Het is alweer koffietijd als we Hof Boerhoes in Dalfsen in het oog krijgen. Natuurlijk is het tijd om de fietsen te stallen. Het terras in de perenboomgaard ligt er uitnodigend bij. Maar net nu begint het zachtjes te regenen. Gelukkig is er ook een overdekt gedeelte waar een houtvuur knapperend brandt. Eigenaren Antje en Thomas komen met thermosflessen koffie, thee en de lokale lekkernij krentenwegge en dan wordt het even stil.

Het uitnodigende terras van Hof Boerhoes in het Vechtdal
Slapen op de boerderij
Je kunt bij Hof Boerhoes logeren in een van de drie gastenkamers, in de Bedde & Bruggien, zoals het in het lokale dialect heet. Of je tentje, camper of caravan neerzetten op de boerencamping. De energie wordt opgewekt door zonnepanelen. Gasten mogen zelf groenten en fruit oogsten in de moestuin als ze een beetje meehelpen op de boerderij. Kinderen genieten overdag volop van de scharrelvarkens en de mini-koeien op het erf. Ik zie me vooral ’s avonds zitten op de dijk met uitzicht over de Overijsselse Vecht.

Bij Hof Boerhoes uitkijken over de dijk en het Vechtdal
Het einde van de rivier de Vecht
Bij Berkum leidt de Vechtdalroute in een grote bocht rond het stedelijk gebied van Zwolle. Dit natuurgebied ten noorden van de stad is een van mijn favoriete delen van de route. En dat zo dicht bij het centrum van Zwolle. We rijden een stukje langs het Zwarte Water waarin de Vecht iets verderop geëindigd is. Dan zien we de opvallende opbouw van Museum de Fundatie. En dat betekent het einde van de fietsroute door het dal van de Overijsselse Vecht.

Museum De Fundatie in Zwolle
Naast de Fundatie zit restaurant Villa Suikerberg. Ik eet er een van de lekkerste gepofte tomatensoepen ooit. Daarbij royaal belegde sandwiches die ook al niet te versmaden zijn. Mijn laatste bestemming na een rondje door het oude centrum van Zwolle is het Zwolse Balletjeshuis waar in de kelder nog altijd volgens eeuwenoud recept snoepjes van suikerdeeg gemaakt worden. Lekker voor in de trein naar huis.

Lunchen bij restaurant Villa Suikerberg

Zwolse Boterballetjes worden al eeuwen volgens hetzelfde recept gemaakt
Wil je weten wat er nog meer te doen is in Zwolle? Eerder schreef ik al een blog over de hotspots in de hippe Hanzestad Zwolle.
FIETSEN IN FRANKRIJK
Krijg je geen genoeg van leuke fietsroutes? In Frankrijk fietste ik langs de wijngaarden van de Bourgogne. Een heerlijke kennismaking met goede wijnen, lieflijke dorpjes en imposante kastelen.

Fietsen in de Bourgogne, Frankrijk
Nederland en natuur lijken soms mijlenver uit elkaar te liggen. Toch kun je in elke stad wel enkele groene, paradijselijke plekjes vinden. Prettig om niet altijd ver te hoeven reizen om even dat vakantiegevoel te krijgen. Dit zijn mijn groene favorieten in (en eentje net buiten) Zaandam.

Wandelen over Water in natuurgebied Guisveld
Minibossen in Zaandam
Zaandam was in 2015 de eerste stad in Europa waar een Tiny Forest werd aangelegd. Tiny Forests zijn kleine bosgebiedjes ter grootte van een tennisbaan (plusminus 9 x 27 meter). In het bos staan allemaal inheemse bomen, struiken en planten. Al na enkele jaren ontstaat er een unieke planten- en dierenwereld. Er zijn nu twee minibossen in het Darwinpark in Zaandam, en er staan er meer op de planning.

In Zaandam zijn twee tiny forests en er komen er meer
Kinderboerderij van Albert Heijn
Het Darwinpark werd een jaar of 50 geleden aangelegd en is behoorlijk groot. Behalve de minibossen vind je er een kinderboerderij (geschonken door Albert Heijn) met een natuurmuseum en een boerderijwinkeltje. Ook zijn er vier thematuinen en verder fijne fiets- en wandelpaden. Kijk ook niet vreemd op als je er een kudde schapen ziet grazen.

Een van de kinderboerderijen van Zaandam vind je in het Darwinpark

Bij de Kinderboerderij is ook een insectenhotel

In het Darwinpark in Zaandam zijn vier thematuinen
Schapen door de stad
De schaapskudde is een echte stadskudde. Natuurlijk grazen ze in het groen maar de 250 Kempische heideschapen maken een keer per jaar ook een tochtje dwars door het centrum van Zaandam van het Westerwindpad naar het Darwinpark. Natuurlijk begeleid door een schaapherder en een zeer scherp oplettende bordercollie. Gedurende de zomermaanden grazen ze ook in twee andere parken in Zaandam: Jagersveld en in het Burgemeester In ’t Veldpark.

Schapen lopen dwars door Zaandam, op weg naar het park waar ze zomers grazen

Het verkeer moet even pas op de plaats maken voor de schapen
Stadsparadijs de Heemtuin
Nou woon ik toch alweer ruim 5 jaar in Zaandam, maar pas onlangs ontdekte ik hoe mooi de Heemtuin is. De Heemtuin ligt in het Burgemeester In ’t Veldpark en werd in 1955 aangelegd. De tuin is inmiddels uitgegroeid tot een heerlijk stadsparadijs. Via kronkelige paadjes zie ik allerlei inheemse planten en bomen. Zeker in het voorjaar is dit een heel kleurrijke plek. Ik wandel door een mini-dennenbos en luister naar het geruis van de rietvelden en het gekwaak van kikkers. Met behulp van Google Lens kom ik al snel meer te weten over de bloemen die ik zie. Wat een heerlijke plek is dit.

Tijdens evenementen in de Heemtuin is de theetuin geopend

Op zoek naar kikkers in de Heemtuin in Zaandam
Salade en brandnetelsoep uit de Heemtuin
Enkele malen per jaar zijn er in deze wilde plantentuin evenementen, vooral gericht op kinderen. Goed om te weten dat op de dagen dat er activiteiten zijn, de theetuin geopend is. De dag dat ik er ben, geniet ik hier van huisgemaakte vlierbloesemlimonade en een salade met ingrediënten uit de tuin. Je kunt hier trouwens ook terecht voor advies als je zelf een natuurvriendelijke tuin wilt aanleggen. Nog groen voor thuis nodig? Je koopt in de Heemtuin voor slechts een euro per stuk planten en kruiden. Ze hebben prachtige namen als Canadese fijnstraal, Rood guichelheil, Gele morgenster, Grote pimpernel, Langbladige ereprijs en, mijn favoriet, Muskuskaasjeskruid. Welke planten te koop zijn, hangt af van het seizoen.
Klik op de link voor alle informatie over de Heemtuin, activiteiten en openingstijden.

In de Heemtuin kun je ook terecht voor het kopen van plantjes en kruiden
Buurtcamping: Logeren in het park om de hoek
Op vakantie gaan, dat vindt vrijwel iedereen leuk. Kan dat om wat voor reden dan ook niet (geld- of tijdgebrek bijvoorbeeld), of wil je gewoon je buurtgenoten beter leren kennen, ga dan eens een weekendje naar de buurtcamping. In 2013 begon het concept Buurtcamping met één camping in een park, nu zijn er bijna 40 buurtcampings in evenzoveel parken. In Zaandam doen dit jaar 5 parken mee!

Even melden bij de receptie en je kunt je tentje opzetten op de Buurtcamping
Buurtcamping voor een betaalbare vakantie
Een Buurtcamping is veel meer dan in een tentje slapen. Het is sowieso lekker om in de natuur te zijn. Bij alle campings worden allerlei activiteiten georganiseerd, variërend van broodbakken en koken, tot yoga en andere sporten. Al dan niet voorzien van een verkoelende plens water. Soms is er ook een bibliotheek, of een campingwinkel waar tweedehands spullen verkocht worden. Of waar je kampeerspullen kunt lenen, als je bijvoorbeeld zelf geen tent hebt.

De Buurtcampings zijn razendpopulair en vaak al snel volgeboekt

Je buurtgenoten leren kennen op de Buurtcamping
Leer je buurtgenoten kennen
’s Avonds kruip je gezellig bij elkaar rond het kampvuur en geniet je van een zelfgekookte (of gekochte) maaltijd. Of en wanneer er een er een camping bij jou in de buurt is, zie je op dit overzicht. De meeste buurtcampings zijn gedurende een weekend in juli open.

Samen koken en eten op de Buurtcamping in Zaandam

Er is zelfs een echte campingwinkel op de Buurtcamping in Zaandam
Natuurgebied Guisveld – wandelen over water
Okay, even smokkelen. Mijn laatste groen-tip ligt net buiten Zaandam maar wel in Zaanstad. Dit gebied móet in het lijstje omdat het iets unieks biedt. Wandelen over water, hoe leuk is dat. Toen ik een foto zag van iemand die moeiteloos over een sloot liep, was ik verkocht. Dat wilde ik ook. Het was even geduld hebben want lopen over water kan maar twee dagen per jaar (tijdens het pinksterweekend) in het natuurgebied Guisveld. Ik heb geluk, als ik bij Wormerveer uit de trein richting beginpunt loop, passeer ik een tafeltje waar je informatie kunt krijgen én vanwaar de boottoertjes vertrekken. Op internet waren ze uitverkocht maar ter plekke kan ik nog twee plaatsen reserveren.

Tijdens het Wandelen over Water event kun je ook een boottocht maken
File tijdens het wandelen
Maar eerst loop ik de vier kilometer lange wandelroute dwars door de polder. Met inderdaad als hoogtepunt de sloot waar je overheen kunt lopen zonder nat te worden. Nou ja, waterdichte schoenen zijn handig. Ook al omdat door veel regen de voorgaande dagen de rest van het onverharde wandelpad door het moerassige natuurgebied snel in een modderpad veranderd. De wandeling is populair. Bij de brug die net onder het wateroppervlakte ligt, staat een bescheiden file van mensen die heel graag middenop de brug op de foto willen, zonder anderen erbij. Natuurlijk moet er bewijs zijn van dat wandelen over water.

Twee dagen per jaar is natuurgebied Guisveld geopend voor publiek

Natuurgebied Guisveld in Zaandijk,

Het kan echt: wandelen over water in Guisveld
De roep van de roerdomp
Op verschillende plekken langs de route staan boswachters en vrijwilligers die uitleg geven over bijvoorbeeld het rare geluid dat ik hoor. Het blijkt de roerdomp te zijn. Een rietkleurige vogel die zich niet laat zien maar dus wel laat horen. En dat schijnt best bijzonder te zijn. Je kunt ook met telescopen op zoek naar vliegend spul. En kinderen kunnen waterdiertjes vangen en krijgen daarover uitleg.

Rennen over water lukt ook!

File tijdens het Wandelen over Water in Guisveld
Varen door de polders van Guisveld
Maar ik ga terug naar het beginpunt om daar in een schuit te stappen waarmee ook de koeien naar hun weilanden gebracht worden. Vandaag is de boot gelukkig voorzien van banken en kussentjes. Boswachter Inga geeft tijdens de route tekst en uitleg over veenpolder Guisveld en de bewoners/gebruikers. Het gebied richt zich op het behoud van weidevogels. Vandaar dat er bijvoorbeeld voor 15 juni niet gemaaid mag worden. Behalve dan door de koeien die ons hier en daar vrijpostig aanstaren. Het is nog vroeg dus ik heb na de boottocht nog tijd om nog een keer een stuk te wandelen. Het gebied is tenslotte maar twee dagen per jaar open. En de zon schijnt uitbundig…

Relaxen tijdens het Varen over Water

Ganzen, roofvogels, grutto’s, er zijn veel vogels te zien tijdens de boottocht

De koeien worden met boten naar de weilanden gebracht in natuurgebied Guisveld

De grutto in vogelvlucht
De boottocht kostte in 2019 vijf euro, het wandelen en alle activiteiten onderweg waren gratis. Hou deze website van Staatsbosbeheer in de gaten voor activiteiten in Guisveld en andere groene gebieden in de regio.
In de Duitse Bocht liggen tientallen Duitse Waddeneilanden, bewoond en onbewoond. Dus als je alle Nederlandse Waddeneilanden gezien hebt, is het tijd om naar de buren te gaan.

Even in je eigen wereldje in een Starndkorbe op Sylt
Sylt, het chique eiland
Sylt is de meest noordelijke van de Duitse Waddeneilanden. Het eiland schurkt genoeglijk tegen Denemarken aan. Sylt is eigenlijk niet meer dan een lange, smalle strook land met 40 kilometer strand. Het eiland wordt jaarlijks met tonnen zand aangevuld omdat de Waddenzee er vooral neemt en weinig geeft. En met een eiland dat op sommige punten slechts 500 meter breed is, kun je niet al teveel missen.

Fietsen naar de vuurtoren op Sylt (Duitsland)
Duitse Waddeneilanden en Strandkorbe
Eén blik op dat strand bij het dorp Kampen en je begrijpt waarom Sylt zo populair is. Het zachtgele zand staat vol met witte Strandkorbe met blauw/witte kussens. Deze tweepersoons strandstoelen bieden bescherming tegen zon, wind en eventueel de spiedende ogen van andere gasten.

Genieten van de zon op Waddeneiland Sylt
Couture op het strand
Iets eten of drinken met uitzicht op zee is natuurlijk geen probleem. Restaurant Kaamps7 (het vroegere Grand Plage) bij Kampen ligt in de duinen en deze sunset locatie is zó populair dat reserveren voor een diner is aan te raden. Verder naar het zuiden ligt Sansibar, de meest hippe strandtent van het eiland en beroemd in heel Duitsland. De rich & famous komen er onder meer voor de grote collectie wijnen. Sansibar ligt afgelegen in een duinpan beschut tegen de wind, vlak aan het strand. Het terras, de picknickbanken in het duin en de trap voor de standtent zijn altijd afgeladen vol met trendy gasten in een opvallend couture-outfitje.

Lunchen aan het strand in Sylt. Grand Plage heeft inmiddels een nieuwe eigenaar

Lunchen bij restaurant Sansibar op Sylt
Sylt: Keitum en Kampen
Dorpen vol met oude huizen met rieten daken maken ook dat Sylt zo’n aantrekkelijk eiland is. Vooral Keitum is de perfectie zelve met witte, sprookjesachtige huizen met rieten dakdekking. Daar woonden vroeger de kapiteins, nu zijn er restaurantjes, winkeltjes en theetuinen. Allemaal mooi, verzorgd en uitnodigend.
In het mondaine Kampen hebben Bulgari, Hermes, Joop!, Vuitton en andere dure merken in de oude pandjes een aantrekkelijk onderkomen gevonden. Chic en charmant. En dan is er natuurlijk de natuur.

Je kijkt je ogen uit al fietsend over waddeneiland Sylt

Op Sylt staan vele prachtige, rietgedekte huizen

Sprookjesachtig Sylt, het meest chique Duitse Waddeneiland
Natuurgebieden op Sylt
“Fiets zeker even naar het natuurgebied de Ellenbogen, het meest noordelijke stukje van Sylt én van Duitsland”, raadt de eigenaresse van het hotel waar ik logeer aan als ik haar ’s morgens bij het ontbijt om tips vraag. De fietstocht er naartoe door duinen met paarse, bloeiende heide en langs loslopende schapen is verrukkelijk rustgevend. Rond de Ellenbogen staat de wind standaard op standje storm. Hier trotseren natuurliefhebbers de elementen. Zorgvuldig geföhnd haar van chique wandelaars verandert in een minuut in een ongecontroleerde warboel. Ook dit is Sylt.

Schapen hebben volop de ruimte op het eiland Sylt

Hoe sterk is de eenzame fietser… op Sylt

Uitwaaien op het uiterste noordpuntje van Sylt

Op Sylt vind je bijna altijd wel een rustig stukje strand
Föhr, het familie-waddeneiland
Hoe anders is de sfeer op het gemoedelijke Föhr. De eerste toeristen kwamen in 1819, 61 mensen om precies te zijn. Nu nemen jaarlijks 150.000 vakantiegangers de veerboot naar het eiland, vrijwel allemaal Duitsers. Sylt en Föhr, een groter verschil tussen buureilanden is nauwelijks denkbaar. Al op het vasteland kun je zien wie naar welk eiland gaat, meent Klaus Boje, een bewoner van Föhr: “Normale mensen gaan naar Föhr, die anderen naar Sylt”, lacht hij. Die ‘anderen’ blijken welgestelde Duitsers te zijn. Als de jetset naar Sylt gaat, volstaat ze met de mededeling dat ze naar Het Eiland gaat, de overige 34 Duitse Waddeneilanden voor het gemak vergetend.

Een oude strandkar op het Waddeneiland Fohr
Hallig, de ondergelopen eilandjes
“Föhr is populair bij families omdat het veilig is voor kinderen, meent Klaus: “Het ligt in de beschutting van andere eilanden en daardoor is er geen gevaarlijke branding.” Klaus doceert verder over de hallig, brokjes land uitgestrooid in zee. Sommigen zijn bewoond. Deze eilandjes zonder dijken hebben een groot nadeel: enkele keren per jaar lopen ze onder water. Vandaar dat de huizen allemaal op heuveltjes gebouwd zijn. Voor de kinderen betekent dat dat ze soms 30 tot 35 dagen per jaar niet naar school kunnen.

Een nieuwe dag op Fohr, een van de Duitse Waddeneilanden
Grafstenen met een verhaal
Klaus neemt bezoekers vaak mee naar de begraafplaatsen zoals die van de St. Laurentii kerk omdat daar de historie zo van de stenen af te lezen is. Zo is er de grafsteen met daarop tulpen en rozen. De tulpen hangen; de mannen uit de familie zijn allemaal overleden. De rozen staan alle nog fier overeind: de moeder (grote roos) en de drie dochters leven nog. Er is ook de steen van Matthias Petersen, een walvisvaarder die tijdens zijn leven maar liefst 373 walvissen ving. Vandaar zijn bijnaam Lucky Matthew. Jarenlang verdienden de mannen van Föhr hun geld met walvisvangst. Toen dat minder werd en de inkomsten daalden, vertrokken velen van het eiland, op zoek naar een beter leven elders. “New York is de grootste stad van Föhr”, grijnst Klaus. “Alleen daar al wonen naar schatting tussen de 7000 en 10.000 nazaten van bewoners van Föhr. Ook in San Francisco woont een royale hand vol.”

Een van de rijkversierde kerken van Fohr
Hollandse dijken op Föhr
Vanaf de dijk bij Dunsum is het eiland Amrum te zien. Als zee en wind meewerken, loop je zomaar over het wad naar dit buureiland. Zo niet, dan is een strandwandeling van 15 kilometer van Dunsum naar Wyk een goed alternatief. Of pak de fiets. Diverse routes leiden langs de dorpjes. Favoriet is het dorpje Nieblum. Daar zijn lanen met lindebomen met daartussen de oude Friese huizen van kapiteins en andere rijke lieden. Ik stop even bij het museumpje in Oevenum. De energieke bejaarde Heie leidt me in rap tempo, ononderbroken pratend, rond in zijn museum over het dagelijks leven op Föhr door de eeuwen heen. “Ah, je komt uit Nederland’, bemerkt hij. Waarna hij uitweidt over de Hollandse inbreng door de jaren heen. Nederlanders kwamen hier eeuwen geleden al. Zij bouwden eind 15de eeuw veel van de dijken die het eiland nog altijd tegen de zee beschermen.

Terug in de tijd op het Duitse Waddeneiland Fohr
Kuren op waddeneiland Borkum
Het zou een Nederlands Waddeneiland kunnen zijn zo dichtbij ligt Borkum, op slechts vijftig minuten met de ferry vanuit Eemshaven. Anderhalve eeuw geleden kwamen de rijken al naar Borkum, flanerend over de strandpromenade in chique jurken en strakke zomerpakken. In speciale strandkarren gingen ze de zee in voor een dompeling in het gezonde zilte water.

Moderne Strandkorben op het Duitse eiland Borkum
Wadlopen op Borkum
Geen jurk te zien, wel stoere rubber laarzen tijdens de wadwandeling. Terwijl ik al glibberend in de modder mijn evenwicht probeer te bewaren, legt gids Heinrich uit dat er 2700 soorten planten zijn en 300 tot 600 soorten algen. En dat schelpen zich net onder het zand schuil houden voor hongerige vogels en pas bij hoogwater weer tevoorschijn komen. Opmerkelijk is het verhaal over de schelp die via een lange slurf in het zuurstofloze zwarte zand kan blijven ademen. Uitbundig gelach en besmuikt gegrinnik klinkt bij de demonstratie van het slurfje. In het rappe Duits gaat voor mij als Nederlander zo nu en dan een grap verloren, desondanks is het wadlopen zeer vermakelijk.

Wadlopen over de glibberige modder op het wad van Borkum

Onder en in die modderlaag blijkt nog best veel te leven

Wadwandelen op Borkum, er mag gelachen worden
Zeehondjes in de branding
Nog meer dieren blijken bij eb vlak aan het strand te zien. Tientallen zeehondjes zonnen op de drooggevallen zandbank. Via een wandeling over het strand kun je bij laagwater zomaar op enkele meters afstand komen. De natuur is mooi meegenomen, maar velen komen naar Borkum om te kuren. Vroeger werden de sanatoria druk bezocht. Dat kan nog altijd maar er zijn modernere (en luxere) alternatieven voor mensen zonder kwaaltjes.

Zeehonden spotten op waddeneiland Borkum
Wellness met waddenmodder
Wellnesscentrum Gezeitenland biedt ontspannende behandelingen en er is een zwembad met een speciale attractie: een golfstroom die zo sterk is dat je er zelfs op kunt surfen. Ik kies voor de meest populaire wellnessbehandeling: de Schlickpackung met dezelfde stinkende smurrie die ik tijdens een wadwandeling op de zeebodem zag liggen. Volkomen ontspannen en ondanks een ferme douchebeurt nog altijd ruikend naar modder plof ik enkele uren later neer op de terrasjes op de boulevard met de prachtige bouwwerken in Victoriaanse stijl. Zo dicht bij huis en toch zo anders dan onze eigen Waddeneilanden.

De mooie flaneerboulevard van Borkum
Hoe kom je op de Duitse Waddeneilanden?
Je kunt met de trein naar Sylt. De snelste optie brengt je er in 9 vanaf Utrecht of Amsterdam. Naar Föhr en Borkum gaan (auto)ferries. Ben je eenmaal op Sylt dan kun je met de trein terug naar het vasteland en per bus of zelfs per fiets naar Borkum.
MEER DUURZAME VAKANTIES
Liever naar Frankrijk? Ga dan eens fietsen in de Bougogne.

La Voie des Vignes in de Bourgogne
Of trek de bergen in, de Dolomieten in het noorden van Italië zijn zo fabelachtig mooi en afwisselend.

De Dolomieten in Italie
Gent (België) claimt de vega hoofdstad van Europa te zijn. En dat omdat deze supergezellige Vlaamse stad de meeste vegetarische restaurants per hoofd van de bevolking heeft. Bovendien is er in Gent iedere donderdag veggiedag waarbij plantaardig eten gepromoot wordt. Ik was in Gent voor een bijeenkomst van Foodunfolded.

Kunst op je bord, en allemaal plantaardig
Foodunfolded is een digitaal platform dat als doel heeft mensen bewuster te maken van alles wat met voedsel te maken heeft. En dat is soms even schrikken. Zo leer ik dat een derde van ons voedsel wordt weggegooid. Een derde!!! Een schokkende hoeveelheid die je aan het nadenken zet. Een belangrijk deel daarvan komt van huishoudens. In Nederland gooien we volgens Milieu Centraal zo’n 40 kilo per persoon per jaar in de vuilnisbak. Dat kan anders. En het goede nieuws: verspil je geen voedsel, dan bespaar je 140 euro per jaar.

Nog een aandachtspuntje: het plastic dat gebruikt wordt als verpakkingsmateriaal.
Vegan in Gent
Tijdens de bijeenkomst van Foodunfolded in Gent was ik een avond en een dag lang omgeven door gepassioneerde mensen die de wereld een beetje duurzamer willen maken. Bijvoorbeeld door voedselverspilling te verminderen. Maar vaak ook door vegan of in elk geval vegetarisch te eten. En in deze veggie hoofdstad van Europa kun je ook als er geen food event is, fantastisch vegan en vegetarisch eten.

Ook lekker, vegan chocolade
Betaalbaar biologisch bij BE O
Voor de lunch ging ik naar BE O Versbar (Heilige Geeststraat). Eigenlijk een adresje dat je tot de dag van vertrek moet bewaren omdat BE O ook een biologische markt is. En een grote ook. Om de plastic soep in de oceanen terug te dringen, is er zo min mogelijk in plastic verpakt. Veel producten schep je zelf uit tonnen. Dat gaat waarschijnlijk ook voedselverspilling tegen want je hoeft niet meer een kilo van iets te kopen terwijl je 150 gram nodig hebt. Hoe vaak kom je niet een aangebroken pak van iets tegen, achterin de kast en al geruime tijd over de datum? Wat ook opvalt: biologisch is hier heel betaalbaar. Er is trouwens sinds kort ook een BE O in Antwerpen.

Bij de BE O Versmarkt koop je natuurlijk biologische groenten

Minder verpakkingsmateriaal dankzij producten in tonnen bij BE O Versmarkt

Vers biologisch brood bij BE O Versmarkt in Gent
Plantaardig lunchen bij BE O Versbar
Toen BE O Versmarkt in 2015 opende kwam er ook al snel een juicebar, waar onder meer de overschotten van de Versmarkt werden verwerkt. Yep, no-waste! Inmiddels is er een heel restaurant met heerlijke, biologische en betaalbare gerechten. O ja, en alles is plantaardig. Ik geniet bij BE O Versbar van een royale kom vegan bieten-geroosterde bloemkoolsoep met zuurdesembrood. Heerlijk. Wat is dit een fijne lunchplek! Het oude gebouw oogt lekker industrieel, de inrichting is Scandinavisch en er is veel licht dankzij de enorme lichtkoepel. Saai is het hier nooit. Er is van alles te zien omdat de winkel en het restaurant naast elkaar liggen.

Plantaardig lunchen bij BE O Versbar in Gent

Lunchen bij het restaurant van BE O

Vegan lunchen bij restaurant BE O Versbar in Gent
Verrukkelijke fast food: Frites Atelier
Fastfood wordt naar een heel nieuw niveau getild bij het chique Frites Atelier (hoek van de Groentenmarkt en de Langemunt). Nou hebben de Belgen sowieso al niet te klagen over goede patat. Maar Belgische patat is vaak in dierlijk vet gebakken. Niet geschikt voor vegetariërs en vegans dus. Maar ik liep niet binnen bij Frites Atelier voor een zak frites maar voor de nieuwe veganistische aubergineburger met humus, koriander en augurkjes. Net als alles hier is ook deze vegan burger een geesteskind van niemand minder dan top-chef Sergio Herman. En man o man, wat is die burger lekker.

Frites Atelier in Gent voor een vegan burger en vegan friet

De vegan burger van Frites Atelier in Gent
Meer duurzaam eten in België
Zoals gezegd, tijdens de Foodunfolded bijeenkomst in Gent sprak ik verschillende mensen met een passie voor eten én voor onze planeet. En er was een tiengangendiner met gerechten van vijf fantastische Belgische chefs die vegan koken tot kunst verheven hebben. Waanzinnig om een avond lang prachtig ogende, plant-based gerechtjes geserveerd te krijgen. Het gerecht met rooksmaak van Pieter Jan Lint leek net een schilderij. Met een verrassing. Toen ik het deksel optilde, kringelde geurige rook omhoog. Het water loopt me nog in de mond als ik naar de foto’s kijk.

Gerechtje met rooksmaak van Pieter Jan Lint
Restaurant Humus x Hortense, Brussel
De eigenaren van restaurant Humus x Hortense gaven ook een presentatie. Gosj, wat wil ik graag een keer in hun restaurant in Brussel eten. Bij Humus x Hortense is niet enkel het eten duurzaam, ook de kleding van het personeel, het servies, de meubels et cetera. Zelfs de cocktails die ze schenken worden van restafval van groente en fruit gemaakt. Bij veel andere restaurants wordt dat ‘afval’ weggegooid. Dit is echt no waste in optima forma. Tijdens het marathon-diner proef ik onder meer de gele biet met noten terrine en sorbet van gefermenteerde wilde appel van chef Nicolas Decloedt.

Een gerecht van restaurant Humus x Hortense uit Brussel
Plantaardig mét Michelinster
En dan zijn er de plaatjes van Arabelle Meirlaen, een Michelinster-chef die onder meer gefermenteerde rode kool met kaviaar van spirulina serveert. Wat een feestje, en niet alleen om te zien. Haar restaurant in Marchin serveert ook een volledig plantaardig menu. Nog een restaurant voor het wensenlijstje voor een volgend vegan-toertje door België.

Mooi, die kaviaar van spirulina
MEER BELGIE

De rommelmarkt op zondag in Namen

De IJzerenleen in Mechelen
De Bourgogne kent vrijwel iedereen van de goede wijnen die er gemaakt worden. Maar het blijkt ook een fantastisch fietsgebied met glooiende heuvels vol wijngaarden en vlakke fietspaden waar ooit treinrails lagen. Een gemoedelijk dorpje met goede restaurants is nooit ver weg. Een lekker Bourgondische, maar ook duurzame bestemming.

Beaune is een mooi beginpunt voor een fietsvakantie in de Bourgogne
We hebben ons verfietst, aldus vriendin Chantal die me gezelschap houdt deze trip. Verfietsen, een prachtig woord, dat houden we er in! Het begint dus goed. We gingen nog even het centrum van Beaune in op onze eerste fietsdag want het Hôtel Dieu is een bezienswaardigheid die je niet mag missen. Het flamboyante oude ziekenhuis met de prachtig gekleurde dakpannen was van 1443 tot 1971 in gebruik. Mooi om door die eeuwen van historie te dwalen. Nu we toch in Beaune zijn, verkennen we gelijk de twee kilometer lange oude stadsmuren met stoere bastions, schattige middeleeuwse straten en de imposante kathedraal Notre Dame.

Hôtel Dieu, het flamboyante oude ziekenhuis in Beaune

Een van de ziekenzalen in Hôtel Dieu in Beaune

Wandelen over de oude muren van Beane, Bourgogne
Maar afijn, we komen om te fietsen en de eigenaren van het sfeervolle Hotel Le Home waar we logeerden hadden keurig uitgelegd hoe we bij het begin van La Voie des Vignes moesten komen. Maar wel vanaf het hotel en niet vanuit het centrum. Een eerste verdwaalmomentje. En een goed moment om het schoolfrans op te halen en de weg te vragen.

Vintage badkamer in het cosy hotel La Home in Beaune

We hebben ons ‘verfietst’ en dus komt de kaart met de fietsroute goed van pas
Wijnen van de Bourgogne
La Voie des Vignes is een 22 kilometer lange fietsroute dwars door de beroemdste wijngaarden en dorpen van de Bourgogne. In de met gestapelde stenen ommuurde wijngaarden is volop werk te verrichten. Voor ons ook trouwens, want de wijndorpen van de Bourgogne liggen op hellingen en dat betekent enkele venijnige klimpartijtjes. Gevolgd door heerlijk ontspannende afdalingen over bijna verlaten wegen. Klinkende namen verschijnen op toegangsborden bij dorpen opgetrokken uit vriendelijk geel gesteente: Volnay, Meursault, Puligny Montrachet… Ze doen ons het water in de mond lopen.

Fietsen langs de La Voie des Vignes in de Bourgogne

Mooie pandjes langs de fietsroute in de Bourgogne
Voie des Vignes naar Santenay
En dat is goed want aan het eind van de Voie des Vignes ligt Santenay met het prachtige wijnhuis van Prosper Maufoux. Een voormalig notaris besloot in 1860 zijn hart te volgen en van wijn zijn nieuwe werk te maken. Geregeld zijn er rondleidingen door de wijngaarden plus een kijkje in de kelders waar houten vaten met het kostbare vocht liggen opgeslagen. Gevolgd door een proeverij met specialiteiten van de Bourgogne in de wijnkelder. Wij mogen bij uitzondering aanschuiven aan een prachtig gedekte tafel in het huis waar François de uit de kelder geselecteerde flessen opent en Pascale (een schat van een vrouw die ooit getrouwd was met iemand van de vierde generatie Maufoux) ons een heerlijke lunch voor zet. We beginnen met een typisch specialiteit van de Bourgogne, de gougeres, een soort uit de kluiten gewassen soesje met kaas. Daarna volgt onder meer koude meiraapsoep en een dessert van aardbeien en ijs van peperkoek.

Het schattige pleintje van wijndorp Santenay in de Bourgogne

Lunchen bij wijnhuis Prosper Maufoux in Santenay.
Voie Verte richting Chalon sur Saône
Twee uur later wijst François ons het begin van onze nieuwe route, de Voie Verte richting Chalon sur Saône. Nu begint het ontspannen fietsen langs het Canal du Centre, volledig vlak alhoewel een pittig briesje uit de verkeerde hoek de benen toch aan het werk zet. Eindeloze velden met koolzaad staan in bloei. We zien een enkele fietser, een handvol wandelaars er skateboarders maar verder hebben we het pad voor onszelf. We passeren boten die geregeld moeten stoppen bij alweer een sluis terwijl wij lekker door kachelen. Bij Chalon sur Saône blijkt Google maps onmisbaar want daar switchen we van de ene Voie Verte naar de andere en dat gaat via een opeenvolging van links- en rechtsafjes door de buitenwijken van de stad.

Vlakke fietsroute langs het water in de Bougogne

Even terug in de tijd in de wijngaarden van de Bourgogne
Bourgogne: B&B Moulin Madame
En dan opeens is daar Givry met aan de rechterzijde van het fietspad Moulin Madame, de B&B voor de nacht. Mijn koffertje is door de fietsverhuurder gebracht en staat al klaar in de rode kamer (die van Chantal in de oranje). Het blijkt een zeer royale kamer met een dieprode muur, een openhaard en een houten balkenplafond. Het diner wordt beneden geserveerd, aan een soort kasteeltafel. Het aperitief is een heerlijk glas Bourgogne Aligoté. Na het eten beklim ik de unieke houten trap en plof in bed. Wat een fantastische eerste fietsdag.

Bestemming bereikt: hotel Moulin Madame

Adellijk logeren na een dag fietsen bij B&B Moulin Madame
Regen in de Bourgogne
Regen, regen, regen, dat was de voorspelling voor de volgende dag en helaas die voorspelling komt uit. We zien vooral de binnenkant van onze capuchons maar proberen zo nu en dan opzij te kijken want het landschap is verbluffend mooi. Veel weilanden en zo nu en dan een wijngaard. Het fietspad is geregeld overkapt met bomen in hun frisse, lentegroene tooi. We proberen de enorme slakken op het fietspad te ontwijken en genieten ondanks het weer van het niet aflatende getsjilp van vele vogels.

Yep, soms komt de regen met bakken uit de hemel in de Bourgogne

Mooie fietspaden onder de bomen in de Bourgogne

De kleurrijke lappendeken van de Bourgogne
Struinen door kasteel Cormatin
Kasteel Cormatin is een heerlijke stop en niet alleen omdat we er even kunnen ontsnappen aan de regen. Het kasteel kent een lange historie en de inrichting is overdadig en kitsch. De rondleiding biedt een indringend kijkje in het leven van vroegere bewoners. Ze hadden vreemde gewoontes, de slaapkamer was een soort publieke ruimte waar iedereen zonder kloppen binnenliep en er werd zelfs gegeten. Naast de slaapkamer ligt een klein kamertje en dat was de privéruimte waar bewoners zich even onbespied konden terugtrekken. Bijzonder is ook het rariteitenkabinet, een kamer vol opmerkelijke objecten als opgezette krokodilletjes en schildpadden waarmee de eigenaren bezoekers wilden imponeren.

Het kasteel van Cormatin, tijd om even van de fiets te stappen

Fietsen in de Bourgogne betekent ook afstappen, bij het kasteel Cormatin bijvoorbeeld
Verrassing: dit is Cluny
De laatste 14 kilometer naar onze stop voor de nacht hebben we het eigenlijk wel gehad met de regen. Maar voor we chagrijnig kunnen worden, is daar Cluny, en wat een aangename verrassing is dat. Een prachtige, kleurrijke stad met een enorme abdij. Die gaan we later verkennen, maar eerst een warme douche in gîte Clos de Abbaye en een setje droge kleding.

Fietsen door de mooie straten van Cluny, Bourgogne
Zaterdagmarkt in Cluny
Wat een verrassing, op het plein tussen onze gezellige gîte en de abdij is ’s zaterdags een markt. Het is dat we nog moeten fietsen, anders had ik zeker enkele artisjokken gekocht. Ze zijn zo groot als volleyballen. In plaats daarvan lopen we door naar de indrukwekkende abdij voor een audiotour. Cluny is met de vele kerken, opgravingen, een gezellige winkelstraat met patisserieën en winkeltjes met lokale producten eigenlijk een stad waar je een hele dag wilt blijven. Nog een petit café dan, want voor de eerste kilometers tot aan de beroemde Tunnel du Bois Clair hebben we wel wat extra cafeïne nodig.

De abdij is een van de bezienswaardigheden van Cluny

De galerij in Cluny, een van de knusse stadjes van de Bourgogne
Op weg naar Mâcon
Het zijn opnieuw pittige hellinkjes. Waar is een e-bike als je er een nodig hebt? Maar het landschap is alweer betoverend. Zeker als, heel verrassend, de zon toch even doorbreekt. En dan is er een tunnel, ruim anderhalve kilometer lang en erg frisjes. In de winter is de tunnel gesloten om de daar levende vleermuizen te beschermen. Na de tunnel zijn de heuvels verleden tijd. Of eigenlijk zijn ze er wel maar we rijden vrijwel continu heuveltje af.

Mooie pandjes langs de fietsroute in de Bourgogne

Fietsen langs wijndorpen en kastelen in de Bourgogne, Frankrijk

Na een tunnel is er weer daglicht: fietsen in de Bourgogne
Benen strekken aan het water
Verrassend snel arriveren we in Mâcon, de meest zuidelijk gelegen grote stad van de Bourgogne. Bij de kathedraal van St. Pierre horen we muziek. Tegenover de kerk ligt het stadhuis waar op zaterdag aan de lopende band trouwerijen zijn. Eén bruidspaar laat via vuurwerk en muziek aan ongeveer de hele stad weten dat ze officieel ‘ja, ik wil’ gezegd hebben. En dat op z’n Frans natuurlijk. Wij slenteren door naar de Saône. Op een terras aan het water naast de Jardin Romantique is het genieten van de vissers en de voorbij varende bootjes. Iets verderop ligt de indrukwekkende pont Saint Laurent, de brug met twaalf bogen. We snappen inmiddels hoe veelomvattend het Bourgondische leven is.

Relaxt fietsen in de stad Macon, Bourgogne

Pasgetrouwd stel in de stad Macon, Bourgogne
Mâcon en verder
Mâcon, aan de rivier de Saône, is het startpunt van nog een fietsroute, de Voie Bleue, want gelegen langs het water. Het is ongeveer 35 kilometer fietsen naar Tournus, beroemd vanwege de kathedraal. Wij overnachten zo’n 10 kilometer voor Tournus bij een zeer landelijk gelegen gîte, Le Moulin de Peroline in Montbellet. In de familiesuite met twee kamers klinkt op de achtergrond onafgebroken het rustgevende geluid van de watermolen. De eigenaar is zo aardig ons naar het restaurant voor die avond te brengen, zodat we niet (het is inmiddels weer gaan regenen) doorweekt aankomen voor het diner. De uitbaters van restaurant La Chaumiere weten wat goed eten is. De presentatie is trouwens ook een feestje, dankzij allerlei bloemetjes lijken de borden op eetbare lentetuinen.

De kleurrijke huizen van Macon in het zuiden van de Bourgogne
Met de trein naar de Bourgogne
Een heerlijk comfortabele manier om naar de Bourgogne te reizen is met de trein. Ga met de Thalys naar Parijs en vandaar verder met regionale treinen of de TGV.